Fries Museum; Icons

Portretten. De afgelopen zes eeuwen moeten er miljoenen, zo niet miljarden gemaakt zijn. Hoewel de gelijkenis waarschijnlijk lang niet altijd even treffend is geweest tot de uitvinding van de fotografie, […]

Portretten. De afgelopen zes eeuwen moeten er miljoenen, zo niet miljarden gemaakt zijn. Hoewel de gelijkenis waarschijnlijk lang niet altijd even treffend is geweest tot de uitvinding van de fotografie, was het de manier om bijvoorbeeld mensen te memoreren of om de macht van een heerser uit te dragen. Getuige daarvan zijn de enorme hoeveelheden (groeps-)portretten van edelen, prinsen, gravinnen en notabelen. Maar denk ook aan de munten waarvan de kopzijde traditioneel een portret van de keizer/koning toont. Zo was direct duidelijk wie de machthebber was. Het ging dus vooral over de gelijkenis en de uitstraling van de geportretteerde. Sommige kunstenaars wisten daar handig mee om te gaan en werden bij de adel geliefd of werden zelfs hofschilder.

De uitvinding van de fotografie maakte dat kunstenaar los kwamen uit het keurslijf van gelijkenis en daarmee ontstond er ruimte om ook artistiek veel meer ruimte in te nemen. Niet langer was het enkel de geportretteerde die van belang was, de artistieke vertaalslag werd belangrijker.

Het mooie is dat sindsdien niet alleen de geportreteerde er toe doet, maar dus ook de maker en de context waarin het beeld zich begeeft. Een werk van Andy Warhol is een aanzienlijk ander beeld dan Alex Katz, wat weer totaal anders is als een portret van Rembrandt. Tel daarbij op het verhaal van degene die op het werk staat en je krijgt een mooie samenkomst van verschillende geschiedenissen.

De tentoonstelling Icons is een staalkaart aan portretten door de eeuwen heen. Een aanzienlijk deel van de tentoonstelling komt uit de National Portrait Gallery en dat wordt samengebracht met werken uit het Fries Museum. Het maakt dat er genoeg topstukken aanwezig zijn om het een boeiende tentoonstelling te maken. Eigenlijk heeft ieder werk een mooi verhaal te vertellen. Soms is het de geportretteerde, soms is het de maker, soms is het de vertaalslag, en soms is het daarnaast ook gewoon een boeiend werk. Dat is lang niet altijd een even positief verhaal, kritische kanttekeningen op de geportretteerde of de maker zijn zeker aanwezig.

De tentoonstelling had een saaie reeks aan koppen kunnen worden. Er zijn er zoveel gemaakt dat ze soms tamelijk fabrieksmatig en ongeïnspireerd zijn. Maar die hangen hier dus niet. De selectie, presentatie en thematische indeling maakt het een gelaagde tentoonstelling waarin de mogelijkheden van zo’n kop op een plat vlak worden getoond. En die zijn er dus nog meer dan genoeg.

De tentoonstelling is ook digitaal te bezoeken met veel toelichting en (over het algemeen) goede fotografische reproducties. In corona-tijden niet geheel overbodig maar mooi gedaan.

De tentoonstelling is tot en met 9 januari te zien in het Fries Museum te Leeuwarden.