De wortels van de kunst liggen in de natuur. We begonnen met de natuur en zullen daar waarschijnlijk ook mee eindigen. Het werk van John O’Carrol (1958) bevestigd dat bewustzijn van de bron op een ontzettend gevoelige maar ook aangename manier. Zijn werk bezit een oerkracht die op een niet kollossale manier naar buiten komt. Geen monumentale formaten, maar ingetogen oerkrachten. Alsof een briesje wind je het gevoel geeft dat er een storm kan zijn. Toch blijft het een briesje wind.
Wat me er aan doet denken, wat een lekker weer is het toch buiten…
Was bij Roger Katwijk te Amsterdam.
Laat een reactie achter;