PARK; CYCLE – Anneke Eussen & Bram Braam

Vrijwel alle kunstenaars zijn oplichters. Alchemisten zijn er nooit in geslaagd om lood in goud te veranderen, maar kunstenaars doen dit dagelijks. Van de meest eenvoudige materialen weten ze iets […]

Vrijwel alle kunstenaars zijn oplichters. Alchemisten zijn er nooit in geslaagd om lood in goud te veranderen, maar kunstenaars doen dit dagelijks. Van de meest eenvoudige materialen weten ze iets te maken wat soms miljoenen oplevert. Niet omdat het kunstwerk zo waardevol is, maar omdat we er zoveel belang aan toekennen. Niemand zal miljoenen overhebben voor een willekeurig plankje met wat olieverf. Maar als dat stukje hout met verf de Mona Lisa is, wordt het een heel ander verhaal.

Sommige kunstenaars hebben niet eens traditionele olieverf op doek nodig. Die kunnen van zelfs afval iets bijzonder maken. De duo-tentoonstelling van Anneke Eussen (1978) en Bram Braam (1980) is hiervan een mooi voorbeeld. Bij binnenkomst van de ruimte lijkt het een stortplaats alles netjes gesorteerd is. Glasplaten bij glasplaten, reststukken marmer bij het marmer en beton bij beton.

In het midden van de tentoonstellingsruimte liggen de oude houten pallets. Die dienen als een sokkel voor een installatie van Braam, die even doet denken aan minimalistische sculpturen uit de jaren ’60. Maar deze installatie is niet zo schoon als de steriele beelden die je in een museum zou kunnen aantreffen. Dit lijkt meer op een kunstwerk in de publieke ruimte. Aangetast door jarenlang weer en wind, en hangjongeren die het met stickers en graffitie besmeurd hebben. Het past eigenlijk niet in zo’n mooie monumentale witte tentoonstellingsruimte. Buiten zou het een trootsteloos object zijn geweest, binnen kijk je er toch anders na. Wat doet die vreemde regenpijp daar eigenlijk? En hoe kan het dat alleen die vol zit met stickers terwijl de balken met witte tegeltjes er geen hebben? Het wordt van een armoudig beeld een sculptuur waarin alle onderdelen samen een compositie vormen van schoonheid en verval.

Ook in het werk van Eussen zou je even kunnen denken dat het stukken afval zijn. Verkleurde autoruiten hangen aan de wand. Ze komen duidelijk van een autosloop, soms zitten er nog cijers en restanten van zwarte lijm op. Bij deze ruiten hangen ook andere stukken glas, ook duidelijk tweedehands. Al deze glasplaten samen vormen een monumentaal patroon aan de tentoonstellingsmuur. De witte wand benadrukt de viezigheid, en tegelijk de doorzichtigheid van de stukken glas die overlapt worden met andere stukken glas. Eussen maakt er een mooi spel van transparantie en het patroon van.

Deze twee kunstenaars weten van grof vuil nog iets te maken waar we nog eens extra naar kijken. Maar ook misschien anders gaan kijken in het vervolg. Dat als we over straat lopen dingen zien waar we anders nooit naar gekeken hebben. Dat is wat kunstenaars doen als ze aan het oplichten zijn. Ze laten ons zien hoe iets waar we normaal snel aan voorbij gaan, toch de moeite waard kan zijn.

Deze tentoonstelling was te zien bij PARK te Tilburg tot de lockdown.