In 1871 besloot Koning Willem III de 20.000 gulden die hij aan de Koninklijke Schouwburg in Den Haag gaf stop te zetten. Hij besloot dat geld voortaan aan jonge schilders te geven in de vorm van de Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst. Soms was dat één schilder, soms vier, en sommige winnaars wonnen de prijs meer dan eens, twee of zelfs driemaal.
Inmiddels zijn we 150 jaar verder. Er is sinds 1980 een tentoonstelling in het Paleis op de Dam en het aantal winnaars is steevast drie geworden. Ook is het woord Subsidie geschrapt en veranderd voor Prijs, omdat de beeldvorming van het woord subsidie toch wat negatief ingekleurd werd. Een ander verschil is dat de totale prijs is teruggeschroeft (van de omgerekend €223.483,- nu) naar in totaal €27.000.
Natuurlijk hebben er in de tussentijd ook de nodige veranderingen in de schilderkunst plaatsgevonden. Hoewel een historische terugblik door de jaren heen verleidelijk zou zijn, is er door de curatoren Mirjam Westen en Richard Kofi duidelijk gekozen voor een andere aanpak. De jubileumtentoonstelling is naast een viering ook een kritische kanttekening geworden op de prijs, op het paleis en het koningshuis.
De exposanten die zijn verspreid over de stijlkamers van het paleis, wonnen de prijs net zo vaak wel als niet. Sommigen kregen meermaals een nominatie maar mochten de prijs nooit in ontvangst nemen. Toch hebben alle deelnemende kunstenaars een bloeiende praktijk en zijn niet weg te denken uit het huidige kunstlandschap. Opmerkelijk genoeg zijn er periodes geweest dat het winnen van de prijs een garantie leek voor een geruisloos verdwijnen uit het zicht. Daar tegenover zijn er ook meer dan genoeg schilders die de prijs gek genoeg nooit gewonnen hebben.
Wat dat beterft is en blijft een nominatie of het winnen van een prijs altijd slechts een symbolische steun in de rug. Het is echt iets anders dan de €75.000,- die eerste winnaars toen mochten ontvangen. Dat was nog eens een wezenlijke duw in de rug voor een jonge schilder. Maar vooruit, dat was 150 jaar geleden…
Rabi Koria – Distel – Olieverf op keramische tegels Helen Verhoeven – The Family – Olieverf op doek Esiri Erheriene-Essi – A Lineage of Grace (for Tony and Cindy) – Olieverf, inkt en xerox transfer op doek Isabel Cordeiro – Pardon my Subjectivity – Olieverf op textiel op robot Suzan Drummen – Zonder Titel – Vloerinstallatie met losliggende elementen, papier, glas, kristal, metaal, fornituren en glimmende stenen Niek Hendrix – Dogecoin – Olieverf op paneel RaQuel van Haver – Serie Masquerade, Pasha & Sepa – Olieverf, teer, houtskool, krijt en leem op jute Natasja Kensmil – Ferdinand II and Isabella I – Olieverf op doek Mattijs van den Bosch – Lente 2020 – Acrylverf op doek Iris Kensmil – Dutch Nurses – 16 tekeningen, inkt, pastel op papier, pigment, acrylverf op de muur Hadassah Emmerich – The Inverted Table – Olieverf op doek, hout, metaal, glas en diverse items Hadassah Emmerich – The Inverted Table – Olieverf op doek, hout, metaal, glas en diverse items Ina van Zyl – Woman – Olieverf op doek Navid Nuur – Zonder Titel – Vitamine D (olie, poeder en pillen) op doek en bubingahout Sara Sejin Chang (Sara van der Heide) – The A-Symmetricalistic Data Server – Handbeschilderde zijde en metaal Melissa Gordon – Female Readymade (Hate of Rrose Selavy, Elsa 1918, Mabel’s drawing of Elsa 2018, Coal Bag, Models of the Fountain, Ropes, “Perseverence Makes Me Sad”, Large Erasure) – Acrylverf, zeefdruk, marmerstof en flashe op doek Kim van Norren – Cruel Words, We Will Meet Again & I Will Rise Like a Phoenix – Acrylverf op doek Het publiek dat hoopt een glimp op te vangen van Beatrix en Willem-Alexander
Deze tentoonstelling is nog tot en met 3 oktober te bezoeken bij het Paleis op de Dam. Tegelijk is ook de 2021 editie van de prijs te bezoeken.