Via Martin.
Leon Adriaans was een schilder, geboren in 44 geboren en in 2004 gestorven. Op en top Brabants. Hij had de kunstacademie van Den Bosch voltooid. Vervolgens werd hem gezegd verder te gaan. Was aangenomen op Ateliers 63 maar was “kapot van de heimwee” in een paar weken weer terug in Brabant. Hij is vervolgens gaan boeren. Het schilderen en het maken van kunst stond voor hem gelijk met het leven. Elke bezigheid op de boerderij was voor hem kunst, het ploegen met de paarden, het zagen van bomen en het ter wereld brengen van veulens.
Inmiddels is zijn boerderij in beheer bij een stichting.
Het was een boer, een kunstenaar, een levensgenieter. En misschien wel het voorbeeld van de romantische onbegrepen zwoegende kunstenaar die 1 is met het leven.
Hieronder enkele uitspraken;
Het onuitsprekelijke, het ongrijpbare is misschien wel de meest betoverende eigenschap van kunst.
Van de kunstenaar wordt eerlijkheid en rechtvaardigheid verlangd. Hij moet schone handen hebben.
Hier sta ik dan alleen en zelfstandig werkend, m’n handen vrij van iedere belemmering.
Hoef nooit op reis ik ben ’t allemaal zelf wat ik wil zien. Ga ik op reis, dan is ’t niet zo dat ik de dingen zoek die ik wil zien, je laat binnen wat je ziet – los van willen en wensen. Dat is reizen, ondergaan voelen
’n Kwaststreek om in ’t holst van de nacht te, schreeuwen zonder stem. Het schilderen eindigt nooit.
Het kunstenaarschap is niets, dat wist ik. Maar het is het laatste honk
Als de dood een moeder is, is het niet erg om te sterven.
Het onuitsprekelijke, het ongrijpbare is misschien wel de meest betoverende eigenschap van kunst.