Kunstmuseum Den Haag; Hilma af Klint & Piet Mondriaan – Levensvormen

In het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw buitelen de revoluties over elkaar heen. Door uitvindingen zoals de de gloeilamp (1879), telefoon (1876), de bioscoopfilm (1895), […]

In het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw buitelen de revoluties over elkaar heen. Door uitvindingen zoals de de gloeilamp (1879), telefoon (1876), de bioscoopfilm (1895), vliegtuig (1903), Ford model T (1908) en kodak camera (1888) veranderde de wereld enorm snel. Ineens kon men in de avond nog iets doen, was communicatie over lange afstanden mogelijk en paarden werden overbodig. Daarnaast ondermijnden nieuwe wetenschappelijke inzichten het traditionele religieuze wereldbeeld. Niet langer had god de wereld in zeven dagen gemaakt maar was er de evolutietheorie (1859). Het atoommodel (Thomson in 1902, Rutherford in 1911) en de relativiteitstheorie (1905) maakte dat we allemaal van sterren zijn gemaakt in plaats van door god geschapen. Een direct gevolg was dat er plek ontstond voor nieuwe spirituele groepen zoals de theosofen (1888) en antroposofen (1912) die probeerden een brug te slaan tussen de wetenschap en religie. 

En dat is hoe in deze tentoonstelling het werk van Hilma af Klint (1862-1944) en Piet Mondriaan (1872-1944) in relatie tot elkaar gebracht is. Want hoewel de kunstenaars elkaar en elkaars werk nooit gezien hebben, werden beiden sterk beïnvloed door de theosofische en antroposofische uitgangspunten. Niet alleen waren beide kunstenaars lid van deze groepen, beiden hebben geprobeerd om Rudolf Steiner te imponeren met hun werk. Schilderijen die uitdrukking moesten brengen aan universele grondbeginselen. Werk dat niet langer de zichtbare wereld reproduceerde, maar meer dan dat kon zijn. Ze waren echt kinderen van hun tijd. Zowel Af Klint als Mondriaan zijn traditioneel academisch geschoold. In de tentoonstelling wordt die vroege fase met een handvol klassieke landschappen afgedaan. Daarna zullen ze zich beiden op relatief late leeftijd, rond hun 44e levensjaar (Hilma af Klint in 1906, Mondriaan rondom 1917), pas ontpoppen tot baanbrekende abstracte kunstenaars. Toch blijft de invloed van die traditie nooit ver weg. Beide kunstenaars blijven studies van bloemen maken. En dan is er nog die vreemde voorkeur voor pastelkleuren waarvan met name roze tonen een opvallende gemene deler zijn. Dat de twee kunstenaars hier min of meer zij aan zij getoond worden, is dus zo gek nog niet.

Deze tentoonstelling geeft een inzage in de culturele achtergrond waarin deze kunstenaars zich ontwikkelden. Helaas is dat maar een relatief bescheiden deel van de tentoonstelling, het merendeel bestaat uit enkele series van Hilma af Klint en de relatief bekende werken van Mondriaan. Misschien is het omdat we in Nederland verwend zijn met het werk en de ontwikkeling van Mondriaan. Zijn reeks bomen als een weg naar absolute abstractie zijn algemeen bekend. En hoewel zijn spirituele werken minder bekend zijn bij het grote publiek vinden ze veelvuldig een plek in het Kunstmuseum, waar Evolutie eigenlijk steevast op zaal te zien is. (Daar moet bij vermeld worden dat deze tentoonstelling eerder in Tate te zien was, waar het vroege oeuvre van Mondriaan minder bekend is.)

Het werk van Hilma af Klint daarentegen is niet veel te zien geweest in Nederland (haar werk was enkel eerder te zien op een grote tentoonstelling over het spirituele in abstracte kunst in 1987 eveneens in het Kunstmuseum en in 2010 uitgebreid in het MMKA in Arnhem). Nu zijn er meerdere series te zien, waaronder The Ten Largest (1907) dat in een speciaal voor de gelegenheid gemaakte kapel is gehangen. Het is de ambitieuze hoeveelheid en schaal waarop haar werk hier getoond is, die de tentoonstelling zo indrukwekkend maakt. De Mondriaans zijn een leuke bonus, ze zijn niet wat deze tentoonstelling de moeite waard maakt. De kruisverbanden tussen Af Klint en Mondriaan zijn wat dat betreft onvoldoende scherp uitgewerkt. Niet alleen blijven de vergelijkingen wat oppervlakkig, ook wordt onvoldoende benoemd wat hun directe omgeving voor invloed had. De Vijf waar Hilma af Klint onderdeel van was worden zijdelings genoemd en getoond. De invloed die Van Doesburg en Van der Leck hadden in de vormingsjaren van Mondriaan worden niet genoemd. Juist als die culturele achtergrond zo belangrijk is, had dat meer aan bod mogen komen dan de zaal die er nu aan gewijd wordt. Het was misschien ook interessant geweest als de ontwikkelingen en achtergronden van Af Klint en Mondriaan naast die van Kandinsky, Malevich en Kupka werden gezet. Ook deze kunstenaars worden beschouwd als de grondleggers van abstracte kunst en waren (met uitzondering van Malevich) eveneens sterk beïnvloed door de theosofische beweging. De kunstgeschiedenis had er wat dat betreft heel anders uitgezien als Helena Blavatsky nooit De Geheime Leer had geschreven.

Hoewel kunstenaars als Kandinsky, Malevich, Kupka en Mondriaan een veel grotere voetafdruk hebben nagelaten in de moderne kunstgeschiedenis, bleef het werk van Hilma af Klint obscuur. Het is te kort door de bocht om hier de seksistische kaart te trekken dat vrouwen geen plek krijgen in de kunst. Ze positioneerde haar werk nadrukkelijk als ingegeven door een spirituele kracht. Ze maakte portfolio boekjes met zwart-witte fotoreproducties en met waterverf aangegeven kleurversies die ze toonde aan geïnteresseerden. Door Blavatsky werd haar werk gezien als problematisch en ook Rudolf Steiner was niet echt te enthousiasmeren op een paar werken na. Hoewel er tentoonstellingen waren van haar schilderijen bleef dit in de occulte en spirituele hoek. Het werk kreeg zo geen weerklank als kunst en werd zo langzaam vergeten. De wegverbreding naar absolute abstractie zou pas decennia later van erkend worden. Dat haar werk vele jaren later alsnog herontdekt wordt mag als een klein wonder beschouwd worden. 

Hoewel er dus kritische kanttekeningen te plaatsen zijn bij deze tentoonstelling is het een absolute aanrader. Het werk van Hilma af Klint alleen is al meer dan genoeg reden om naar het Kunstmuseum te gaan. De contextualisering zowel in de tijd als de vergelijking met Mondriaan zijn dan een leuke bonus.

Deze tentoonstelling is nog tot en met 25 februari te zien bij Kunstmuseum Den Haag.