Het romantische beeld van een schilder, eentje die zwoegt op ieder doek. Ieder werk is een reflectie op het individuele zijn van de maker. Met andere woorden, ieder werk heeft een bepaalde noodzakelijkheid. Het is not-done om een werk exact hetzelfde meermalen te maken, dat neigt namelijk naar broodschilderen.
Toen ik aanvankelijk de galerie binnen stapte dacht ik dat Michiel Ceulers (1986) iedere vorm van noodzakelijkheid in zijn werk heeft verloren. Ieder werk is inwisselbaar geworden, ieder werk is in het schilderen dezelfde oplossing. Bij het ene doek gebruikt hij welliswaar blauw en de ander een paars, maar de essentie is steeds dezelfde. Het is een wit of zwart doek, met daaroverheen een wit raster en nog voordat de tape er af werd gehaald is er even met een spuitbus overheen gegaan. Hierdoor ontstaan doeken die aan de ene kant iets esthetisch hebben, als monochromen waarin wit op wit altijd het beeldend goed doen. Maar de kartonnen lijsten maken het dan weer banaal. Al helemaal als je ziet hoe de werken gemaakt zijn, er is geen sprake van een conceptuele fijngevoeligheid.
In de achterruimte gaat Ceulers zelfs zover dat hij een afgietsel heeft gemaakt van een werk en die identieke reeks van zeven naast elkaar gehangen heeft. Ook hier zijn het geen fijngevoelige werken, maar een reeks kat-in-de-zak werken. Als je er 1 neemt is het een geloofwaardig werk, maar als je ze alle zeven zien, blijkt hoe inwisselbaar een beeld is.
Even dacht ik dat kunst in het werk een noodzaak moet hebben, maar misschien is de bijdrage van Ceulers dat dat nu juist een achterhaald romantisch idee is. Hoe authentiek is kunst nu eigenlijk? Ik denk aan al die monochromen, bloemstillevens, portretten, vanitassen, paarden aan zee, landschappen, zijn ze allemaal inwisselbaar geworden?
Is nog tot en met 22 december te zien bij Galerie Juliette Jongma.
Ik weet niet goed wat je wilt zeggen, hier. En afgezien van de 7 afgietsels vind ik het weinig interessant werk. Ben ik een barbaar als ik het werk van Kim Beom (zie video Koen Taselaar) spannender vind?
@Henkjan,
Dank voor de vraag. Het gaat hier over de geloofwaardigheid van het werk. Hoe ‘relevant’ is het ene werk ten opzichte van de wereld. Oftewel, als ik hetzelfde schilderij 10 keer maak, is 1 werk uit die reeks op zichzelf dan nog wel ter zake doende of wordt het gewoon productie? Bij Ceulers neigt het naar productie omdat de noodzaak van dat ene werk er nauwelijks meer is.
Een andere anekdote zou zijn, wist je dat er meerdere “who is afraid of red yellow and blue” zijn? En dat het dus ook eigenlijk gek is dat daar zoveel om te doen is geweest? Maar ook, hoe belangrijk is dan dus dat ene doek wat in het Stedelijk hing?
Mooi werk, juist omdat het op de grens van ‘inwisselbaarheid’ balanceert! Ik zou Michiel Ceulers wel in een duo-expositie met Marijn van Kreij willen zien.
@Chipmakercp1,
Ik ben er nog altijd niet zo over uit, maar een tentoonstelling van hem tezamen met Van Kreij lijkt me inderdaad ook heel boeiend.