Volgens de overleving zou de schilderkunst als volgt ontstaan zijn. De dochter van pottebakker Butates van Korinthe was tot over haar oren verliefd met een jonge man die aan een lange reis moest beginnen. Voor zijn vertrek traceerde zij het profiel van zijn gezicht op een muur zoals die door een lamp zichtbaar gemaakt was.
Nu heeft het werk van Job Koelewijn (1962) niet veel van doen met schilderkunst. Maar toch vertel ik bovenstaand verhaal niet voor niets. Namelijk, op het moment dat de schaduw met een stukje houtskool op de muur is getekend en de man weg gaat, blijft er slechts een lijn over. De lijn die niets meer is dan een lijn, en toch ‘zien’ we het vlak, de representatie van de persoon in kwestie.
Nu, als je de recente werken van Koelewijn ziet, zie je eigenlijk een vergelijkbaar fenomeen. Allemaal lijnen die kriskras door elkaar lopen, en toch blijft de tekst leesbaar. Betekenis wordt vorm, en vorm wordt toch nog leesbaar. Als je er even over nadenkt is het een heel complex gegeven dat onze hersenen de betekenis blijven kunnen achterhalen ook al zijn er geen massieve letters.
Naast het werk van Job Koelewijn zijn er in de voorruimte schilderijen te zien van Laurens Stok (1983). Zijn recentere werken vielen me al op bij Prospects & Concepts. Het is fijn om hier een wat bredere selectie van zijn kleurrijke werken bij elkaar te zien. Het werk past geheel in de traditie van de Utrechtse kunstacademie, losse en flinke penseelvoeringen met helder kleurgebruik. Toch ontbreken hier grijze tonen die bij andere schilders van de HKU vaak wel aanwezig zijn.
Voor wie morgen geen zin heeft om massaal de IKEA te bezoeken zijn beide presentaties een fijn alternatief. 15 april is de laatste dag bij Fons Welters te Amsterdam.
Laat een reactie achter;