Design Musem Den Bosch

Soms zie je pas iets, als het er niet meer is. De afwezigheid van vanzelfsprekendheden benadrukt dat, wat eerst misschien zo vanzelfsprekend lijkt, dat helemaal niet is. Door iets weg […]

Soms zie je pas iets, als het er niet meer is. De afwezigheid van vanzelfsprekendheden benadrukt dat, wat eerst misschien zo vanzelfsprekend lijkt, dat helemaal niet is. Door iets weg te nemen kun je het ook juist benadrukken.

Het werk Lucio Fontana (1899-1968) zal bij de meesten vooral bekend zijn van de monochroom gekleurde doeken met daarin een precies aangebrachte snede met een mes. In die werken doorbreekt hij de vierde wand. Het schilderij is daar ineens niet meer het venster op een andere werkelijkheid, het schilderij is zelf ook een object. Ineens kijk je niet naar een voorstelling, maar naar het daadwerkelijke schilderij.

Maar, de gesneden schilderijen zijn een beetje eentonig. Als je er een paar gezien hebt, heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Min of meer doen ze allemaal hetzelfde. Maar hij maakte ook nog andere dingen. Een groot deel van het oeuvre bestaat namelijk niet uit schilderijen maar uit ruimtelijk werk. Denk hierbij aan relatief klassieke onderwerpen zoals keramische crusefixen of objecten die je zou kunnen herleiden tot schilderkunstige vraagstukken. Maar, ook aan objecten die doen denken aan schalen en kannen. En tenslotte zijn er nog de ruimtelijke installaties. Zijn oeuvre is dus aanzienlijk rijker dan enkel de bekende gesneden doeken.

Een rode draad in het oeuvre van Fontana is niet zo zeer de gewelddadige actie van het snijden in het doek, maar juist steeds weer opnieuw het benadrukken van de fysieke ruimtelijkheid van het object en de relatie tot de toeschouwer. Een goed voorbeeld is werk bestaande uit een messing plaat met flinke gaten. Niet alleen kijk je door het werk heen naar de muur, ook zie je jezelf terug in de reflectie van de messing plaat. Een grote kras in het goudgele materiaal rondom de gaten benadrukt nog eens het materiaal. De ruimtelijke installaties laten even zo zeer zien hoe ruimtelijk het is. In één van zijn installaties heeft hij enkel een knalroze neonbuis nodig om een hele ruimte te bespelen. Niet de neonbuis is boeiend, maar wat dat doet met je perceptie en ervaring van de ruimte.

De gaten zijn er niet als een agresieve daad, maar om het materiaal te benadrukken. Je kunt er niet doorheen kijken zoals door een raam, je kijkt door de gaten heen om zodoende juist te zien waar je daadwerkelijk naar kijkt. Een ruimtelijk object.

Deze tentoonstelling was te zien tot en met 14 januari.