Collectie de Groen; Kees Goudzwaard

Tentoonstellingen zijn meer dan een verzameling verschillende kunstwerken. De som is dan meer dan de losse delen. Er worden dwarsverbanden gelegd en werken tonen zichzelf in het licht van andere […]

Tentoonstellingen zijn meer dan een verzameling verschillende kunstwerken. De som is dan meer dan de losse delen. Er worden dwarsverbanden gelegd en werken tonen zichzelf in het licht van andere werken. Met name bij solopresentaties worden zo nuances zichtbaar die bij een enkel werk over het hoofd gezien worden. Het is dan ook niet voor niets dat voor veel kunstenaars een solotentoonstelling het grootste streven is. Dat is het moment om uit te pakken en te laten zien waar het om te doen is.

Er zijn ook kunstenaars die zo’n uitgebreid netwerk van beelden niet nodig hebben. Het ene goed uitgekozen werk heeft zo’n enorme zeggingskracht dat meer werken tonen weinig extra ondersteundende betekenis geeft. Het is niet zo dat de werken niet goed zijn, ze gaan simpelweg geen relaties met elkaar aan. Ze dwingen een der mate convergerende blik op, dat je haast niet anders kunt kijken dan het ene werk na het andere werk. Steeds weer opnieuw om te kijken wat er aan de hand is.

Het werk van Kees Goudzwaard (1958) is daar een goed voorbeeld van. Het zijn nauwkeurig samengestelde abstracte composities die tegelijk als een trompe-l’oeil werken. Wie even niet goed oplet denkt grote panelen met velletjes papier en tape te zien. Zo worden abstracte composities gevormd waarin ieder werk een eigen logica, een eigen wereld ontvouwt. Steeds vanuit dezelfde manier van werken, maar toch ook een andere wereld en een eigen balans. Dat zou in een tentoonstelling kunnen werken als verschillende noten van een akkoord, maar de werken hebben zo’n sterke eigen wereld dat dat niet nodig is. Ze staan heel sterk overeind op zichzelf. Ik betrap mijzelf er op, werk voor werk alles te inspecteren. De gelaagdheid, de composities, de opbouw, om dan na dat uitgebreid gedaan te hebben naar de volgende loop.

Deze tentoonstelling bij De Groen is een fijne verzameling werken. Er is variatie in formaat, kleur, compositorische benadering en er zijn zelfs oudere werken. Er is nog lege ruimte genoeg, de tentoonstelling had bij een andere kunstenaar veel voller kunnen zijn. Maar de veelheid heeft dit werk juist niet nodig. Waar bij andere kunstenaars meer beelden tonen een toevoeging zou zijn, zou dat hier eerder overkomen als ruis. De spaarzame installatie biedt de ruimte om rustig van werk naar werk te gaan. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een enkel werk ook al een complete tentoonstelling zou kunnen zijn van Goudzwaard. Een grote lege ruimte met een enkel werk biedt de monumentaliteit die de werken uitstralen.

Het is dus niet de tentoonstelling die hier zo de moeite waard is, het zijn alle losse werken die de moeite waard zijn. Een kwaliteit die opmerkelijk zeldzaam is.