Verf (2); Hoe je rete strakke doeken krijgt.

Hoe span je een doek op. Dat is een vrij eenvoudig verhaal voor de meeste schilders. En toch ga ik hier mijn manier van opspannen uit de doeken doen. Waarom? […]

Hoe span je een doek op. Dat is een vrij eenvoudig verhaal voor de meeste schilders. En toch ga ik hier mijn manier van opspannen uit de doeken doen. Waarom? Omdat ik geen normale spieramen gebruik. Of zelfs geen gewoon linnen. Ik denk niet dat mijn manier van opspannen voor iedereen even relevant zal zijn. Maar als er iemand is die wil weten hoe je mega-strakke doeken kunt krijgen, hier is de manier. De kosten zijn overigens niet veel meer of minder dan wanneer je zelf eenvoudige studieramen maakt. Ik ben aan hout ongeveer 5 euro per raam kwijt. Onbewerkt doek is voor een plaat van 1 bij 1 meter iets van 10 euro, beenderlijm durf ik niet te zeggen. Gesso kan ik ongeveer met 1 pot 5 doeken van 1×1 meter doen.

Eerst maak ik een MDF bak. De grote plaat is 6mm dik, de randen zijn staande platen van 12mm dik en 30mm hoog. Hierdoor kun je het doek straks gewoon ophangen aan een haakje. Vanaf formaten groter dan 1x1meter, een kruis erin zetten. Dat kan ook om de platen rechter te houden (mocht je de pech hebben een kromme plaat te hebben). Ik gebruik hier MDF, maar masoniet is beter. De plaat is met 6mm voldoende om het doek te ondersteunen maar het kan nog wel meeveren, echter niet te veel. Voordeel is dat deuken in je doek niet meer kunnen.

Hier kun je zien hoe de hoeken gelijmd zijn. Ook zie je dat ik de gehele bak vervolgens nog eens zaag. Hierdoor is de zijkant haaks en kaarsrecht. Dit is belangrijk want anders sluit de 6mm plaat net niet aan op de zijkanten.

Dan het doek, ik gebruik speciaal canvas dat uit de tentenindustrie komt. Linnen ben ik geen fan van omdat het heel vatbaar is voor vocht en ik vind de lichte kleur van canvas mooier. (Al is dat laatste vooral persoonlijk.) De vloer is nooit 100% schoon, dus leg ik er altijd matten onder zodat ik het doek niet onnodig beschadig.

Het opspannen zelf doe ik op de bekende manier, kruislings en dan steeds overal rondom nietjes erbij. Zodat ik uiteindelijk alleen de hoeken nog overhoud. Dit moet heel zorgvuldig gebeuren omdat het doek niet nagespannen kan worden met spietjes. Over spantangen wil ik nog even zeggen, het is beter één keer een goede te kopen, dan 100 keer een goedkope.

Uiteindelijk heb ik dus een strak opgespannen doek met losse hoekjes. Het doek is hier een beetje vuil geworden, maar dat is niet zo erg.

Omdat de zijkanten soms trekken, zet ik onder de vouw van het hoekje ook een nietje.

En vervolgens vouw en niet ik die strak naar achteren.

En dat doe ik bij alle hoekjes tot ze er zo strak uitzien als deze.

Dan begin ik met het aftapen van de randen. Eerst breed en grof, het komt nu niet zo nauw. Ik zorg er wel voor dat ik een stukje ervan naar achteren kan vouwen.

Deze tape komt wel heel precies. Omdat het hout dus haaks op elkaar staat is het doek dat ook nagenoeg. Dus als ik nu te scherp op het randje ga zitten zal de tape gaan loslaten, als het te kort is krijg ik geen onbewerkte randen.

Nu laat ik het doek minimaal 1 dag staan. Dit doe ik omdat het doek vaak nog wat na rekt. Zo krijgt het doek de kans om de spanning wat egaler te verdelen. Dit is belangrijk, er staat veel kracht op en de scherpe randen zorgen ervoor dat als ik er nu lijm op smeer, het doek zou kunnen scheuren.

Minimaal een dag later dus, begin ik met het maken van beenderlijm. Dat is te koop in iedere fatsoenlijke creativiteitswinkel. Normaal gesproken hoor je dat au bain marie te verwarmen. Ik verdun het echter met kokend water om de lijm klaar te maken. Het heeft geen invloed op de lijm an sich, maar door deze dunner te maken trekt het beter in de poriën van het doek en is de lijm minder dik. De lijm met het kokende water roer ik een paar keer doorheen en na een kwartier is het een egale melkachtige substantie geworden. Als het goed is zitten er geen klontjes meer in.

Beenderlijm smeer ik met een sponsje erop, daardoor weinig oneffenheden. Vervolgens doe ik altijd minimaal 2 lagen, soms als de lijm toch te verdund was met water een derde.

De doeken met wat lijm schuur ik vervolgens met heel fijn schuurpapier en een spons. Hierdoor zitten er geen grote oneffenheden in de lijmgrond. Waarom met een sponsje en niet met een stukje hout is omdat ik zo het doek zelf niet kapot schuur.

Het lijmen duurt enkele dagen. Simpelweg omdat ik zeker wil weten dat de eerste lijmlaag droog is voordat ik er een nieuwe op smeer. Als de onderste lijmlaag nog niet helemaal droog is wordt het namelijk een zooi en wordt het niet meer zo strak uiteindelijk.

Gesso opbrengen doe ik ook weer met een spons en met redelijk veel water. Dat duurt allemaal wat langer, maar wordt uiteindelijk wel egaler en strakker. Na iedere gessolaag schuur ik het weer.

Om een egaal wit resultaat te krijgen kunnen er makkelijk 10 lagen gesso op zitten. Het eindresultaat echter is wel een ontzettend strak, kaarsrecht egaal wit doek.

Hier zie je nu ook dat de verf dus op de randen is gekomen. Dat is ideaal want daardoor is de rand tape helemaal omsloten met een dun laagje gesso. De terpetijn/terpetine van de verf kan er dan niet bij. Later als het schilderij af is haal ik de tape er pas vanaf.

Het hele proces van zagen en lijmen van de platen kost ongeveer een dag. Het lijmen een middagje of 2. Het gesso’en gaat aanzienlijk sneller en kan in 1 a 2 dagen. Het van begin tot het einde een doek klaar maken duurt ongeveer een werkweek. Vaak echter langer.

En dit zijn dan de resultaten. Een mooie serie superstrakke kaarsrechte doeken waarvan alleen verf zit op de voorkant. Ter bescherming doe ik vaak weer tape om de zijkanten.

Heeft er iemand Artel of gewone ramen staan en wil deze uitleggen waarom en hoe hij die gebruikt? Laat het weten. Stuur even een mail naar info@Lost-Painters.nl.