Gastschrijver 2; Birgit Donker – Ruim baan voor opdrachtgeverschap

[Vandaag de tweede dag van het gastschrijversproject met een bekende schrijfster; Birgit Donker (1965) die bekend is als onder andere hoofdredacteur van het NRC maar op dit moment vooral relevant […]

[Vandaag de tweede dag van het gastschrijversproject met een bekende schrijfster; Birgit Donker (1965) die bekend is als onder andere hoofdredacteur van het NRC maar op dit moment vooral relevant is als directeur van het Mondriaan Fonds. Ook voor schrijft ze voor het blog van het Mondriaan Fonds geregeld artikelen. Vanuit haar positie als vertegenwoordiger van het Fonds kon ze haast niet ontbreken bij een project als dit en ik ben dan ook erg blij dat ze in haar drukke schema tijd kon vinden om dit artikel toe te sturen.]

Het idee is even simpel als spannend. Breng alle twaalf zeventiende-eeuwse anatomische lessen uit de Nederlandse publieke collectie bij elkaar; van de ‘Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp’ van Rembrandt uit 1632 uit het Mauritshuis – de bekendste – tot de ‘De anatomische les van dokter Van der Meer’ van Michiel en Pieter van Mierevelt uit 1617, die vorig jaar nog in een open atelier van Museum het Prinsenhof werd gerestaureerd. De anatomische les is een typisch Nederlands genre. En het is zo’n spannend genre omdat griezelen (die doodsbleke huid! Die schaar die dat vel omhoog houdt! Die blootgelegde pezen en spieren!) wordt gecombineerd met een inkijkje in de toen gangbare praktijk om ter dood veroordeelden tot studie-object te maken. Bovendien zijn de lijken zo levendig geschilderd als dood maar kan zijn.

Rembrandt van Rijn - Anatomische les van dr Nicolaes Tulp - 217×170cm Olieverf op canvas 1632

Rembrandt van Rijn – Anatomische les van dr Nicolaes Tulp – 217×170cm Olieverf op canvas 1632

Het idee van die verzameling anatomische lessen, dat dit najaar resulteert in een expositie in het Gemeentemuseum Den Haag , belooft nog spannender te worden omdat de zeventiende-eeuwse werken worden aangevuld met hedendaagse. Bovendien wordt er nieuw werk gemaakt. Speciaal voor deze expositie gaat Folkert de Jong een zaal vullende installatie maken onder de werktitel The Primacy of Matter over Thought. Denk maar niet dat je er als kijker gemakkelijk vanaf zult komen. Net als bij die zeventiende-eeuwse schilderijen wil Folkert de Jong je als beschouwer bij de lurven grijpen. Hij neemt het anatomische theater als uitgangspunt om vragen te stellen over de machtsverhouding tussen kijker, kunstwerk en kunstenaar. Of, in zijn eigen woorden, ,,over de daad, de dader en de getuigen’’.

Aan de opdracht aan Folkert de Jong draagt het Mondriaan Fonds bij. We hebben sinds 1 januari een speciale regeling voor opdrachtgeverschap omdat we overtuigd zijn dat dit een vruchtbare manier is om te bevorderen dat betekenisvolle hedendaagse kunst tot stand komt, die ook nog eens is ingebed, want het gevolg van een vraag. Iedereen kan opdrachtgever zijn, ook een individu, mits het werk voor het publiek zichtbaar is. We dragen nooit meer dan de helft bij en er moet sprake zijn van een reëel honorarium aan de kunstenaar. Op deze manier hopen we dat nieuwe (private) geldstromen op gang komen. Die nieuwe geldstromen voor de beeldende kunst zijn zo belangrijk, enerzijds om het gat enigszins te dichten dat door de bezuinigingen is ontstaan, maar ook omdat het samenkomen van publiek en privaat geld een hoopvolle combinatie is voor de toekomst.

Dat geldt ook voor DordtYart, het centrum voor hedendaagse kunst op een voormalige scheepswerf in Dordrecht, dat half april voor het tweede jaar is geopend. In de industriële ruimtes kunnen kunstenaars hun werk produceren en exposeren. DordtYart werkt voornamelijk met sculptuur en installatiekunst en zorgt voor ontmoetingen tussen kunstenaars, bezoekers en jongeren van het plaatselijke leer/werk bedrijf. Voor 2013 heeft de organisatie elf Nederlandse en enkele buitenlandse kunstenaars uitgenodigd om nieuw werk te maken. Voor vijf opdrachten heeft DordtYart ondersteuning van het Mondriaan Fonds gevraagd en gekregen: voor werk van Edwin van der Heide, het duo Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen, Roland Schimmel, Peter Vink en Marije Vogelzang.

Kathrine Schlegel - Ontwerp voor campus Erasmusuniversiteit

Kathrine Schlegel – Ontwerp voor campus Erasmusuniversiteit

Ook een universiteit of school kan opdrachtgever zijn. De Erasmusuniversiteit in Rotterdam vroeg aan Kathrine Schlegel om een werk te maken op de campus. Het ontwerp belooft een roestvrijstalen trap en een enorme tekstwolk bij een sokkel uit 1677. En de gemeente Utrecht en de U3 VSO School in Kanaleneiland geven een kunstopdracht aan Krijn de Koning. Hij maakt een beweeg- en speelsculptuur, die aansluit bij de speciale behoeften van deze zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Van een prikkelarme ruimte waar alles een vaste plek heeft tot een plek waar juist veel te ontdekken valt.

Krijn de Koning - schets voor U3 VSO School in Kanaleneiland

Krijn de Koning – schets voor U3 VSO School in Kanaleneiland

Dat het Mondriaan Fonds opdrachtgeverschap stimuleert is behalve voor die nieuwe geldstromen, ook zo belangrijk omdat Stichting Kunst en Openbare Ruimte (SKOR) niet meer bestaat. SKOR heeft belangrijk bijgedragen aan vernieuwende vormen van publiek-privaat opdrachtgeverschap. Bij onze eerste proeve van opdrachtgeverschap werkten we nog nauw met SKOR samen: in 2010 trokken we gezamenlijk op bij het realiseren van Terreinwinst, het kunst- en voetbalproject van de Amsterdamse club ASV Arsenal. Een elftal kunstenaars maakte werk rond het veld en in kleedkamers en kantine. Van de roeptoeters langs de lijn van Peter Stel tot de film van Erik van Lieshout in de gang bij de kleedkamers en de foto’s van Pauline Oltheten op de kantinetafels. Op die manier heeft kunst zich ook weten te verankeren op een verrassende plek.

Peter Stel - Terreinwinst, Roept u maar

Peter Stel – Terreinwinst, Roept u maar

Maar hoe zit het met de autonomie van de kunstenaar die in opdracht werkt? Over die vraag schrijft Arjen Reinders in Kunstbeeld van 30 april. Hij signaleert dat kunstenaars van Jeff Wall tot Luc Tuymans zich wel lijken te verontschuldigen als zij werk in opdracht maken. De laatste zei over het portret H.M. van koningin Beatrix, dat hij maakte voor het Stedelijk Museum in opdracht van anonieme gevers, dat hij vrijwel nooit in opdracht werkt maar nu wel omwille van de persoon van de koningin. Tuymans zei in een interview in het Parool dat als zij niet zou zijn voorzien van een open geest en culturele interesse en ook nog eens zeer sympathiek was, hij de opdracht niet had aangenomen. De hedendaagse kunstenaar, schrijft Reinders, ,,is bovenal autonoom, onafhankelijk en vrij om te maken wat hij of zij wil. En dat wringt natuurlijk met het werken in opdracht.’’ Maar in hetzelfde artikel concludeert Reinders terecht, dat het in feite een valse tegenstelling is. Een werk dat in opdracht is gemaakt hoeft helemaal niet minder autonoom te zijn dan het werk waarvoor de kunstenaar zichzelf de opdracht gaf. Het betekent wel dat de opdrachtgever de kunstenaar vrij moet laten in de uitvoering. Dat blijkt ook uit de eerste twee rondes opdrachtgeverschap die wij hielden: die opdrachten waarbij sprake is van gelijkwaardige samenwerking tussen opdrachtgever en kunstenaar zijn het meest geslaagd. Goed opdrachtgeverschap houdt tenslotte ook in dat er ruimte is om een antwoord te geven op een vraag die niet gesteld is.

Naast het stimuleren van werk in opdracht geeft het Mondriaan Fonds ook nog altijd bijdragen voor werk waarbij de kunstenaar zijn eigen opdrachtgever is. Zodat er ruimte is voor experimenten die op niets uitlopen en die toch niet zijn mislukt, want een experiment is nooit mislukt. En voor wie niet overtuigd is dat opdrachtgeverschap tot grootse kunst leidt: Rembrandts Anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp was de eerste grote opdracht die de schilder op 26-jarige leeftijd kreeg. En trouwens, wat te denken van De Nachtwacht?