Stop een aantal kunstenaars voor een maand bij elkaar in een leegstaande fabriek ergens in Leipzig en gegarandeerd komt er een mooie samenhangende tentoonstelling uit. Maar ja, voor wie er niet zo vaak in Leipzig komt, is het jammer. Toch doet het geheel het goed in de white cube. Daar waar in Leipzig natuurlijk de locatie mooi meespeelt (wat zowel daadwerkelijk mooi kan zijn als ook hinderlijk) wordt het in de galerie echt een kunsttentoonstelling met objecten om naar te kijken.
De binding tussen de kunstenaars is niet alleen dat ze in Leipzig gewerkt hebben, ook hebben ze allemaal een vrije omgang met gevonden materiaal. Besselink gebruikte de vloer om de groei van Leipzig te tonen, Palsgraaf en Braam gebruikten achtergebleven voorwerpen voor hun sculpturen, Ten Bosch zijn afplakwerk aldaar en Botlek gebruikte locatie spelenderwijs zoals hij elders ook zou doen. Iedere kunstenaar is duidelijk zijn eigen werk aan het voortzetten maar de residentie trekt hen samen, zelfs als je de locatie vervolgens weghaalt.
Doordat de bindingen organisch ontstaan zijn en vanuit het enthousiasme van de kunstenaars zelf is de tentoonstelling ook erg open. De werken zijn niet bij elkaar bedacht door een curator maar parallel aan elkaar ontstaan en daarom passen ze alleen al goed bij elkaar. Noem het gerust een museale presentatie.
Dat is natuurlijk ook een manier om een goede tentoonstelling te maken.
Tentoonstelling is nog tot en met 14 februari te zien bij Frank Taal te Rotterdam.
Inderdaad een hoogwaardige tentoonstelling. Vooral het werk van Bram Braam vind ik erg indrukwekkend. (Ik was op de opening, waar het werk/proces door de opener – naam vergeten – met een groepje padvinders op kamp werd vergeleken, en de kunstenaars ook jongensachtig enthousiast overkwamen.)
Heel mooi in woord en beeld gebracht door Lost-Painters’ Niek. Kom graag langs!