Gastschrijver 6; Vincent van Velsen – Over keizerspinguïns en kunst

[Vandaag is de gastschrijver Vincent van Velsen. Een criticus die niet alleen voor bekende platformen schrijft zoals Metropolis M en Volume (architectuur), maar ook een van de oprichters is van DutchArtToday. […]

[Vandaag is de gastschrijver Vincent van Velsen. Een criticus die niet alleen voor bekende platformen schrijft zoals Metropolis M en Volume (architectuur), maar ook een van de oprichters is van DutchArtToday. Daarbij schrijft hij ook veel voor instellingen en kunstenaars. Een geroutineerde en jonge kunstcriticus dus. Zijn artikel gaat om een fundamentele houding waar ik mijzelf natuurlijk ook in herken. Organiseer dingen zelf.]

 

Over keizerspinguïns en kunst

Tussen innerlijke drang en externe tekortkomingen

Normaliterzijn keizerspinguïns zeer territoriaal. Zij benaderen elkaar niet gemakkelijk, maar tijdens de strenge kou in de Antarctische winter komen zij samen en vormen groepen om te kunnen overleven. Dit fenomeen bestaat ook in de kunstwereld. Was iedereen een aantal jaar geleden nog uitsluitend toegewijd aan zijn eigen productie, lijkt er nu sprake van rust en (her)bezinning. Samen komen en groeperen heeft hierin een belangrijke rol. Dit wordt nog eens gestimuleerd door subsidieregelingen die de voorkeur geven aan projecten waarbij sprake is van samenwerkingsverbanden, kennisuitwisseling en het liefst ook nog op basis van crowdfunding – om draagvlak aan te tonen.1

Hij wilde niet afhankelijk zijn van opdrachten en wilde vooral zijn eigen ritme bepalen.” Zo werden de beweegredenen van Jan Mot beschreven (in Metropolis M #5-2012) om het heft in eigen hand te nemen en zelf een galerie te beginnen. Waar openingen en lezingen steeds meer op een werklozenloket lijken, is het in toenemende mate nodig om zelf iets te ondernemen. Vorig jaar schreef ik voor Volume (#33: Interiors, oktober 2012) een stuk over de ideologie achter zelfhulpprogramma’s op televisie zoals Extreme Home Makeover, Auction Hunters, Help, mijn man is klusser!, Cash op Zolder en Hardcore Pawn. Het idee van deze programma’s is de kijker bewust maken van de mogelijkheden die liggen in het zelf oplossen, opknappen of hergebruiken van huis, tuin, zolder en kledingkast – zodat je voordeliger uit bent en een succesvol leven kan leiden. Dat dit soort programma’s hier in toenemende mate te zien zijn geeft aan dat deze liberale ideologie ook in Nederland wordt gepromoot, zodat de burgers de voorbeelden kunnen navolgen en het heft in eigen hand nemen – in plaats van op de staat te rekenen. Deze formats zijn geïmporteerd uit de Angelsaksische landen die tegenwoordig ook voor het cultureel beleid als voorbeeld dienen: bij het rechtvaardigen van bezuinigingen.2 De introductie van de Cultuurlening vorige maand geeft aan dat dit adagium al ver is doorgedrongen in de kunsten: waar de focus steeds meer op eigen keuze, risco en initiatief – het zogenaamde ‘cultureel ondernemerschap’ – ligt: Jeden Mann ein ZZP’er.

Unfair opening

Unfair opening

Steeds meer mensen zijn gedwongen voor zichzelf te beginnen door het wegvallen van vaste arbeidsovereenkomsten, en in de kunst ook nog eens door het wegvallen van subsidies. Dit is een tendens waar structureel tegen geageerd moet worden. Tegelijk is het een gegeven waar ook dagelijks mee omgegaan moet worden. De laatste tijd zijn er met name door jonge kunstenaars initiatieven gestart die als referentie of voorbeeld kunnen dienen hoe dit te doen. De kunstbeurs Unfair Amsterdam  is een mooi voorbeeld van een dergelijk initiatief. Met expliciete referentie naar YBA en impliciete verwijzing naar Salon des Refusés trachtten drie kunstenaars juist op het moment dat zij in een gat tussen afstuderen en exposeren dreigden te vallen een beurs op te zetten waar zij samen met andere recent afgestudeerden hun ontwikkeling konden tonen. Het wegvallen van Art Amsterdam vormde extra ruimte om aan de weg richting het publiek te timmeren. Zij deden dit met succes, een samenwerking met Mister Motley en een gedeeltelijke financiering vanuit crowdfunding.

Saskia Burggraaf

Saskia Burggraaf (eindexamenpresentatie) (lid van The Holls)

Het is voor de jonge en beginnende kunstenaar dus moeilijk exposure vergaren.Dit was ook de reden voor negen pas afgestudeerde vrouwelijke kunstenaars uit Den Haag om hun krachten te bundelen en The Holls te vormen. Zij presenteerden zich tijdens de Haarlemse Lente, dat zelf ook een samenwerking tussen de Haarlemse kunstplatforms was. The Holls leren samen de (kunst)wereld kennen met de voordelen van het collectief zijn: verschillende perspectieven, een ideeën-uitwisseling en open feedback. Daarbij verhoogt de binding de individuele productie omdat ze elkaar een drempel over helpen en stimuleren om dingen uit te proberen en het beste uit zichzelf te halen. Daarbij zijn er negen individuele personen en dus negen individuele en complementaire kwaliteiten, specialiteiten en netwerken die weer nieuwe samenwerkingen, opdrachten en exposities kunnen genereren. Tijdens een lezing bij Stroom Den Haag, die in het kader van de tentoonstelling United We werd gegeven, reflecteerden verschillende samenwerkende kunstenaars (meestal duo’s) op hun samenwerking. Hieruit kwam eveneens naar voren dat feedback, perspectief- en energie-uitwisseling alsmede complementaire capaciteit en kunde inderdaad een meerwaarde zijn. Het duo Topp & Dubio voegde daar aan toe dat het ook gewoon leuk is om samen te werken. Een aspect dat ook bij The Holls duidelijk naar voren komt.

NRC zag de tendens ook en schreef (NRC Next, 25 maart) over jonge initiatieven op het gebied van de digitale geschreven media. Hieronder vielen onder andere kunst-gerelateerde platforms als SSBA Salon en Hard//Hoofd. Hoewel hun invalshoek commercieel en intellectueel significant verschilt, maken zij beiden gebruik van een jonge generatie schrijvers die het belangrijk vindt om bij te dragen aan informatievoorziening en debat. De waarde bestaat uit het toevoegen van inhoud die wordt gemist bij de bestaande ‘gefragmenteerde en oppervlakkige media’ en daarmee uit het oogsten van waardering van gelijkgestemden; niet in de geldelijke beloning – want die is er niet. Deze geschreven initiatieven kunnen gezien worden als een vorm van intellectual crowdsourcing: de non-financiële versie van crowdfunding.

Van oudsher zijn het met name jonge mensen die uit beweegreden die ergens tussen innerlijke drang en externe tekortkomingen liggen, nieuwe initiatieven opzetten. Het is voor kinderen en hypotheek hebbenden logischerwijs minder makkelijk – en soms ook door de gevestigde positie niet meer nodig – de bestaande structuren en zekerheden achter te laten en in deze onzekere tijd de wereld anders tegemoet te treden. Toch indiceren bovenstaande voorbeelden dat samenwerken niet het opgeven van de eigen identiteit of autonomie betekent maar artistieke en financiële voordelen heeft – en het cliché samen sta je sterk van toepassing is; vindt ook Platform Beeldende Kunst dat kunstenaars tracht te verbinden in een soort vakbond-setting.

De R/romantische kunstenaar die in isolatie zit te zwoegen om een werk te produceren zal tijdens de huidige kou in het hutje op de hei doodvriezen. Samenwerking en collectieve manieren van productie en verdieping zijn nodig om de kunst in deze Antarctische kou in stand te houden. Wetenschappelijke metingen en berekeningen hebben aangetoond dat keizerspinguïns door zich te groeperen ongeveer de helft van hun energie besparen en in plaats van verhongeren, zij de winter doorkomen en ook nog eens hun kuikens groot brengen. De natuur kent vele antwoorden: You are not a loan.

 

1“Dit sluit goed aan bij de gedachte van het Mondriaan Fonds dat draagvlak voor projecten belangrijk is. Daarom zal het bij de beoordeling positief meewegen als aanvragers via voordekunst bewijzen dat er steun is voor hun project.” http://www.mondriaanfonds.nl/Activiteiten/Alternatieve_financiering/Voor_de_kunst/

2Hier is onder anderen in De Groene Amsterdammer over geschreven, voorbeeld: http://www.groene.nl/2011/24/op-zoek-naar-filantropen