[Vandaag voorlopig de laatste gastschrijver uit dit gastschrijvers project. In verband met de drukte rondom dingen als Venetie zijn enkele gastschrijvers verlaat met hun inzending en dus houd ik over een poosje een lang weekend vrij.
De schrijver van vandaag behoeft weinig introductie lijkt me. Verf las ik voor het eerst toen ik in de eerste zat van de academie, mijn huisgenoot raadde het me toen aan. Ik heb het in 1 ruk uitgelezen. Wie Hans verder was wist ik toen nog niet maar dat boek inspireerde me enorm. Vooral om te schilderen maar misschien ook wel om te schrijven. Het is mij een enorme eer dat Hans den Hartog Jager een bijdrage wilde leveren aan mijn blogvakantie.]
Mag die Jehova’s getuige mijn huis uit?
Wat ik steeds meer mis in de Nederlandse kunstwereld, of zelfs in de kunst in het algemeen: kritiek. Artikelen, meningen van mensen die van kunst houden en vanuit liefde, betrokkenheid, durven opmerken dat ze een kunstwerk, een tentoonstelling, een plan maar niks vinden, mislukt of niet eens mislukt maar matig doordacht en niet goed uitgevoerd en wel hierom en hierom. Dat lees je nog maar zelden, behalve in de Volkskrant en mijn ‘eigen’ NRC. Verder is zo langzamerhand iedereen in een collectieve positivo-stuip geschoten (nou ja, behalve het volledig verzuurde Metropolis M, maar dat is het andere uiterste). En waarom eigenlijk? Wat is er in vredesnaam mis met een goed geplaatste, inhoudelijke kritische opmerking?
Om bij het begin te beginnen: die kritiekloosheid is overal en uit zich op verschillende manieren. Het begint er al mee dat in veel ‘traditionele’ media als kranten (Trouw, het Parool), weekbladen, en televisie de kritische recensie bijna volledig is verdwenen. Ervoor in de plaats gekomen is het omgebouwde persbericht dat als nieuws wordt gepresenteerd (nieuwe Van Gogh ontdekt!) of het (empathische) interview. Het rare is: die schijnbaar milde insteek, waarbij de hoofdrolspeler zelf het verhaal mag vertellen, lijkt betrokken, want je legt die aardige, leuke, gepassioneerde kunstenaar niets in de weg. Maar in diepste wezen is het luiheid, en misschien wel angst, want de schijnbaar vriendelijke houding ontslaat de criticus of journalist van het maken van een inhoudelijke analyse, van het ontwikkelen van eigen gedachten over het werk. Het ontslaat ze, kortom, van de plicht zich zelf tot het werk te verhouden. Als criticus blijf je veilig op afstand en verschuilt je achter je objectiviteit.
Des te opvallender dat die houding op weblogs nog wijdverbreider lijkt dan in de traditionele media. Juist op deze vrijplaatsen, waar niemand de schrijver controleert of in de nek hijgt, grijpt het positivo-virus extreem om zich heen. Neem dit prachtige en betrokken Lost-Painters.nl – Niek Hendrix ziet alles, plaats honderden foto’s op dit blog en op Facebook, maar wat hij er over denkt wordt me zelden duidelijk. Of nog erger: het veelgeprezen weblog We like art!. Toegegeven, alleen al door zijn naam roept dit internetproduct een diepe aversie bij me op (ik ‘like’ slechte ‘art’ helemaal niet) maar dat wordt erger doordat de schrijvers in hun teksten voortdurend een naar Jehova’s Getuigen riekende blij- blij- blijheid ventileren, die bij mij de neiging oproept eens vrijblijvend een kunstenaar te gaan martelen of in ieder geval heel hard de deur in het gezicht van deze makers dicht te gooien (wat op het internet neerkomt op: wegklikken).
Het vervelende is dat aan deze houding verschillende misverstanden annex drogredenen ten grondslag liggen die steeds wijder lijken te worden verbreid. De eerste is dat een belangrijk deel van de weblogschrijvers denkt dat tonen eigenlijk wel genoeg is, dat de lezer of kijker zich zelf wel een oordeel zal vormen op grond van plaatjes. Erger vind ik dat ze stiekem lijken te denken dat die voortdurende kritiekloosheid een grond van geloofwaardigheid zou hebben. Terwijl, ik weet niet hoe het u vergaat, maar kent u één kunstliefhebber die alles goed vindt wat ie ziet en voortdurend blij en kritiekloos rondhuppelt? (als er een volk zuur en kritisch is, zijn het kunstenaars en kunstliefhebbers wel)? Zulke bloggers maken dus een karikatuur van zichzelf, maar verwachten wel dat wij, lezers, ze aanvaarden als autoriteit. Maar waarom zou ik geloven in een karikatuur?
Toch, het ergste aan al die kritiekloosheid is dat de betreffende schrijvers en bloggers, door zich zo op de vlakte te houden, een essentieel onderdeel miskennen van hun eigen werk en van kunst en cultuur in het algemeen. Namelijk dat teksten, kunstwerken, producten van cultuur, altijd in de eerste plaats worden gemaakt om iets teweeg te brengen, om reacties op te roepen, emoties of ideeën – en dat je, door je als verslaggever achter schijnbare objectiviteit te verschuilen, die essentie van alle kunst ontkent. Voor alle duidelijkheid, ik pleit niet voor al die persoonsgebonden emotionele uitbarstingen die je vaak op weblogs ziet (of voortdurend negatief zijn, zoals Metropolis M al sinds het stenen tijdperk stug blijft volhouden). Zonder analyse, zonder ideeën blijft elk artikel in schijnbaar betrokken vlakheid steken.
Het beste wat je als kunstschrijver of -prater kunt doen is eigenlijk heel simpel: laat je lezer of toeschouwer door een betrokken, inhoudelijke analyse zien waarom een kunstwerk iets oproept. En wat. En wat dat betekent. Daarmee voer je de toeschouwer of lezer de wereld van het kunstwerk in – en kan die lezer vervolgens zelf bekijken hoe hij of zij zich wil verhouden tot jouw visie. Zo’n houding, zo’n vorm van betrokkenheid, heeft veel meer effect dan blij geneuzel of angstige objectiviteit: wie van alles houdt, houdt in wezen van niks. Dat beseft de lezer ook – wat vast de reden is waarom al die blogs uiteindelijk nooit de autoriteit krijgen die ze zo graag willen. Wie iets wil betekenen moet af en toe zijn nek uitsteken, want wie zijn nek uitsteekt, toont dat er iets op het spel staat. Kritiek, kortom, moet, om de kunst in leven te houden. Bij deze.
Van alle likers en likkers is Niek Hendrix nou juist degene die regelmatig schrijft dat hij het helemaal nix vindt.
@Roland, dat valt nog wel mee, zo regelmatig doe ik dat toch niet?
Een prachtig college met stof tot nadenken! Mooi onderwerp voor een symposium.
@Susanne, Een heel symposium?! Is dat niet wat veel voor zoiets? Ik denk altijd dat dergelijke problemen zichzelf vanzelf oplossen.
Zuur stukje..
@Mau Baku, Een kritisch stukje, zuur is het zeer zeker niet.
Ik ben bang dat de meeste bloggers bang zijn, Hans. Bang voor kritiek op hun kritiek. Bang dat ze geen VIP kaarten meer krijgen voor die (saaie) kunstbeurs, of die opening van die verzamelaar die verzamelt wat iedereen verzamelt. Gelukkig hebben we professor zuurbekjes als Rutger P. en jij. Mannen die nergens bang voor zijn. Mannen die iedereen, de beursdirecteuren en verzamelaars voorop, graag uitnodigt voor zijn feestje. Want als de kritische mannen komen, dan is het feest pas geslaagd.
It’s a dirty job, but someone’s got to do it Hans. Keep up the good work.
P.S. Ik zal je binnenkort weer n’s uitnodigen voor een Heden feestje.
Hartelijke groet, Jacko
To the point, Hans! Maar ik vraag me af wanneer je voor het laatst de Metropolis M hebt gelezen. 😉
@Alexander, dat klopt, maar is niet altijd zo geweest.
helder en mee eens…en ook deze delen van ons brein die waarneming, analyse en beleving voorzien van de nodige activiteit hebben meer prikkels nodig dan enkel oppervlakkig gepruttel om niet te muteren. Puur technisch bekeken vanuit de keuken: als niemand zich de smaak meer kan herinneren van dat heerlijke gerecht dat hij ooit leerde kennen, of erger nog, HIJ HAD HET NOOIT LEREN KENNEN, dan ontbreekt de herinnering en wat blijft er dan over om naar te kunnen verlangen? Het zou zonde zijn als er generaties op gaan groeien zonder kennis te kunnen nemen van levende kunst en kunstkritiek. Ik moet er niet aan denken! Het zou net zo onbegrijpelijk zijn als in italie rondreizen en niet weten wat tomaten zijn.
@Claire, Maar, om de smaak te kennen, moet je er dan ook een oordeel over vellen? Is kritiek noodzakelijk of is de beschouwing daarvan ook voldoende?
rennie
Al ben ik er op dit moment niet zo in thuis ben ik het met je eens, Hans, dat veel ‘kunstloggers’ wel erg vaak gewoon maar plaatjes brengen zonder duiding of commentaar. Aan de andere kant denk ik dat ze door hun selectie al een mening geven en alleen datgene ‘posten’ wat ze goed vinden.
Bij mijn weten brengt We like Art alleen die kunst voor het voetlicht die ze ook zelf verkopen (?). De keuze van wat ze aanbieden is al geleid door wat ze goed of slecht vinden en ik vind het dus ook niet vreemd dat ze enthousiast zijn over hetgeen ze brengen.
Zelf meed ik als kunstlogger (Notes on Art) niet zozeer de kritiek maar ik herinner me wel dat ik werk dat ik slecht vond vaak gewoon niet besprak. Als beeldend kunstenaar – wat veel kunstloggers zijn – wil je niet per sé je collega’s bekritiseren, je moet tenslotte ook nog samenwerken. Mijn eigen keuze was dan vaak mijn stukjes te bewaren voor dingen die ik goed vond en de minder goede niet te bespreken (en zo kunnen niet genoemde kunstenaars hun conclusies trekken 😉
@Hinke, Ik kan volledig beamen dat ik ook veel weg laat hier, ik bespreek grofweg slechts de helft van wat ik gezien heb. Niet alleen om collegiaal te zijn. Vooral simpelweg vanwege het idee dat als je aandacht geeft aan iets wat je slecht vind, dan maak je dat wel zichtbaar en dus meer van belang. (naar het principe ‘primaat van de zichtbaarheid’) Ik wil geen dingen laten zien die ik zelf niet wil zien.
Is kritiek geen radartje in een groter geheel, Hans? Het probleem is volgens mij wijdverbreider en sociologisch van aard.
(Al ga ik in dit comment misschien wel alsnog hetzelfde zeggen als jij beoogt)
Je schrijf over kranten die lui zijn, maar heeft het niet ook te maken met de tanende betekenis? Beschouw je kunst over de gehele maatschappij, dan is haar rol aantoonbaar gemarginaliseerd. Zoals geloof in God ook marge geworden is.
Verdiep je je echter vervolgens in die marge dan zijn er boeiende praktijken gaande (gesloten gemeenschap). Tegen de stroom in probeert de groep de tijdsgeest te keren. Een gezamenlijk doel. Door zaken exclusief te maken (bijv. postacademische opleiding), door uitsluiting (werk is kunst als het gepresenteerd wordt in een bepaalde omgeving). Het scheiden van kaf en koren. Men spreekt een eigen taal (in plaatjes). Kunstevangelisatie. Dat bindt en alles bij elkaar levert loyaliteit op naar elkaar (vandaar wellicht de blij- blij- blijheid).
Ofwel, ik zie grote overeenkomsten tussen bijvoorbeeld de reformatorische zuil en de hedendaagse kunstwereld, tussen ‘Metropolis M’ en de ‘Saambinder’, etc. Ook qua kritiek. Kunstenaars lijken soms bang. Is mijn kunst wel waarachtig? Wordt het goedgekeurd door hen die het licht gezien hebben? Dubbele predestinatie.
Deze naar binnengekeerde en beschermende beweging van de kunstwereld leidt af van de werkelijke zaak. Het gaat niet om de bescherming van kunst of geloof, maar om de oorsprong. Niet om ‘hoe verkrijg ik door de kunst eeuwig leven’, maar ‘is er eeuwig leven’. Er is plaats voor iedereen.
Leven in een besloten gemeenschap en daar betekenis hebben kan zingeving brengen. Niek doet het uitstekend in de groep met het opbouwen van naamsbekendheid dmv zijn blog (ik lees het met plezier, hoor).
Kritiek op kunst of een groep lijkt evenwel zeer zinvol.
Alhoewel, hoe werkt het bij besloten gemeenschappen: je kan bij kritiek ook buitengesloten worden of als dwalend schaap gezien worden dat zijn herder verloren heeft.
Je roept op tot een betrokken, inhoudelijke analyse bij kunstbeschouwing. Ik ben benieuwd of deze oproep werkt. Immers, kunst, gesloten gemeenschap, verworvenheden. Zal er plaats zijn voor inhoudelijke analyse binnen de groep zelf? Buiten de kunsten, in de maatschappij, is men allang inhoudelijk (ehm, niet altijd).
Ik denk tevens dat we, om de kunst in leven te houden, niet kunnen leven bij kritiek of analyse alleen. We moeten kunst ontrafelen, ofzo: kunst is verbeelding (dat is het).
Daarover gesproken: PontifexArtis (wat een mopperkont is dat trouwens) schreef over die verbeelding een paar prachtige blogjes op zijn site.
@Liesbeth, dankjewel voor je uitgebreide reactie. Je hebt gelijk dat de kunst een marge-bestaan leidt in de samenleving. Maar geldt dat niet even zo goed voor bijvoorbeeld ‘Voetbal International’? Waarmee ik bedoel te zeggen, je kunt niet iedereen bereiken en toegankelijk zijn, zelfs iets waar duizenden mensen mee weg lopen kan andere mensen niets interesseren. Zo heb ik niets met voetbal en dus ook niets met heel die groep, discours en producten.
Als ik voor mijzelf mag spreken, het mooie van de huidige blogsfeer is dat het voor iedereen toegankelijk is. En als ik zo kijk naar de volgers op FB en Twitter, dan is dat ook echt een heel brede groep. Sommigen zijn professioneel of amateur kunstenaar, curator, galeriehouders, critici, verzamelaars maar vooral gewone mensen die kunst leuk vinden.
Die gesloten gemeenschap heeft zich de afgelopen jaren op alle vlakken ontwikkeld (in iedere beroepsgroep), maar dankzij het internet kan iedereen nu mits ze interesse hebben toegang krijgen tot dergelijke soms zeer hermetische groepen.
Beste Hans,
Ik weet niet zo goed hoe ik mij moet verhouden tot jouw stuk, maar ik voel me wel aangesproken. Dat komt denk ik doordat ik ook tot de positivo’s behoor. Internet geeft mij een bescheiden podium, maar meer nog houdt het mij op de hoogte van wat er allemaal om mij heen gebeurd in de kunstwereld. Ik leer kunstenaars, critici en kopers kennen. Een positief geluid helpt daarbij. Maar het is waar wat jij schrijft: een post gaat bij mij gepaard met enige angst. Ik ben altijd bang om onderuit te gaan. Dus ook deze reactie schrijf ik met aarzeling.
Die angst heb ik niet in mijn atelier. Daar leeft slechts onzekerheid. En zij is zeer welkom, zelfs van essentieel belang! Maar waarom zou ik angstig zijn? Ik ben immers geen criticus, maar een kunstenaar. Dat geldt inderdaad ook voor de meeste bloggers, zoals Hinke al opmerkte. Zij zijn vooral kunstenaar. De ambities die zij hebben met hun blog is mij onbekend. Willen zij wel een autoriteit zijn op het gebied van kunst kritiek?
Als kunstenaar heb ik wel kritiek en die uit ik ook. Waar ík kritiek op heb is het ontbreken van visie en authenticiteit in de kunst bij professionals: curatoren, galeriehouders en recensenten. Het blind staren op kunstenaars die de Rijksacademie doorlopen hebben bijvoorbeeld. Diegenen die wel visie hebben waardeer ik des te meer!
Ik ben het gevoelsmatig met je eens, maar ik ben ook voorstander van diversiteit in verslaglegging. Goede inhoudelijke kunstkritiek, waar jij absoluut een leidende rol in hebt, naast beeldverslagen online zonder mening.
Je kan niet ontkennen dat deze blogs populair zijn. Niet vanwege de commentaren, maar vanwege de beeldverslagen. Er is zoveel kunst te zien, het meeste moeten wij thuisblijvers missen. Dankzij blogs als Trendbeheer, Lost-Painters, 5uur (allen kunstenaars), zie ik stukken meer. Ik denk dat dát de kracht van bloggen is. Maar ik ben het met je eens, echte kunst kritiek moet geschreven worden met overtuiging, passie, liefde en visie!
Beste reageerders,
Allereerst mijn excuses voor mijn late reactie – ik zat in Venetië voor de Biennale (interessante tentoonstelling trouwens…).
Dank voor jullie reacties. Het wordt wat teveel om op alles terug te komen, maar er zijn een paar dingen waar ik graag nog wel iets over wil zeggen. Of eigenlijk één hoofdpunt, waar jullie allemaal op de een of andere manier op terugkomen en dat is het ‘reageren-van-binnenuit’-gevoel.
Zoals Hinke, Jacko en Niels opmerken (en Niek eigenlijk ook): veel bloggers zijn zelf kunstenaar. Dat betekent allereerst dat ze heel goed weten hoe kwetsbaar kunstenaars zijn – dat maakt ze meteen al voorzichtiger. Bovendien bestaat dus de mogelijkheid dat ze ooit met een bekritiseerde collega zullen moeten samenwerken – geen prettig vooruitzicht. Gevolg is dat ze vooral laten zien wat ze goed of mooi of interessant vinden, de kritiek mijden of die hoogstens impliciet houdt (niet noemen).
Dat klinkt begrijpelijk, maar toch hou ik er moeite mee – zie de argumenten in mijn stuk. Kunst bestaat nou eenmaal bij de gratie van uitwisseling,van reactie en juist als kunstenaar zou je dat heel goed moeten beseffen. Draai het maar eens om en stel je even voor dat een kunstenaar voortdurend alleen maar aardige reacties krijgt. Wat betekenen die reacties dan? Hoe ga je ermee om en hoe ken je er waarde aan toe? Als iedereen je werk blijkbaar goed of geweldig vindt (trendbeheer bijvoorbeeld, waarvan ik heel blij ben dat het bestaat en dat zeker ook kritisch durft te zijn, heeft er soms een handje van zeer middelmatige kunstenaars opvallend langdurig en omstandig te blijven prijzen, ik voel dan altijd medelijden). Als al die lof echt is en breed wordt gedragen, zouden al die kunstenaars toch op z’n minst een aantal serieuze museale solo’s moeten hebben gehad, ook in het buitenland? Maar dat is maar zelden zo, en dat komt natuurlijk door die, wat ik al noemde, karikaturale discrepantie tussen geschreven lof en werkelijke waarde. Voor de desbetreffende kunstenaars lijkt me dat soms heel verwarrend en zelfs frustrerend: in het openbaar geprezen, maar in de praktijk vaak veroordeeld tot de marge. Alleen daarom is eerlijke, betrokken kritiek belangrijk: iedereen leert er beter van kijken en hopelijk zet het de kunstenaars zelf (nog) meer op scherp.
Dan er is nog iets anders, waar vooral Niels op wijst: het zelfpromotie-aspect van de blogs. Dat is precies mijn grootste bezwaar: je voelt bij zulke blogs zo goed dat je reclame zit te lezen. Dat is wat ik met het Jehova’s getuigen-aspect bedoelde: als je alleen maar blij-blij-blij bent, maak je als bloggende kunstenaar eendimensionaal personage van jezelf – niet alleen als blogger, maar ook als kunstenaar.
Dat geldt ook voor het aspect dat Jacko aanhaalt: bij veel blije bloggers voel je zo goed dat ze niet alleen schrijven uit betrokkenheid bij kunst, maar ook omdat ze andere dingen willen: netwerken, mensen leren kennen, zichtbaar worden, kunst verkopen (We like art!). Dat is op zich allemaal heel begrijpelijk, maar als je er vanuit lijkt te gaan dat de lezers dat nevenstreven niet door hebben, neem je ze niet serieus. Veel blogs lijken inderdaad nog het meest op een soort advertentiezuilen die hopen dat ze aandacht genereren door niemand tegen zich in het harnas te jagen, door kool en geit te sparen. Ik vrees dat dat zich uiteindelijk tegen veel van de bloggers keert: je voelt uiteindelijk dat ze meer in zichzelf zijn geïnteresseerd, meer aan hun eigen belang denken, dan aan dat van de kunst in het algemeen. Mensen die daarin trappen, zijn volgens mij niet het publiek dat je moet willen hebben.
Mijns inziens wordt hier een gevoelige snaar geraakt in de kunstkritiek in het algemeen. De papieren kritiek is vaak geen kritiek meer, maar een simpel nababbelen van een persbericht, zoals Hans al min of meer opmerkt. Analyses en gefundeerde kritieken worden blijkbaar gezien als afstotend voor de lezer; er is schijnbaar angst dat een lezer daadwerkelijk met leesstof wordt opgezadeld. De blogosfeer zou een mooi alternatief kunnen zijn: vers van de pers, voorzien van zoveel plaatjes als je maar hebben wil (broodnodig als het over beeldende kunst gaat!), hartstikke toegankelijk en noem maar op. En vervolgens wordt dat niet of onvoldoende waargemaakt. Er is weinig analyse en kritiek beperkt zich tot oneliners. Discussie ontstaat er zelden of nooit. En dat laatste is nu juist zo’n belangrijke mogelijkheid van de blogosfeer, dat kritiek leveren op een artikel meer dan mogelijk is.
Als reden wordt hierboven aangegeven dat de meeste kunstbloggers zelf kunstenaars zijn. Kunstenaars zouden te veel te verliezen hebben om het achterste van de tong te laten zien. Dat is heel erg begrijpelijk, immers, het bestaan van een kunstenaar is zelden een langdurig champagnefeest. Daar staat tegenover dat er maar weinig door niet-kunstenaars kritisch geblogd wordt over kunst. Waar de papieren kritiek steeds minder wordt, wordt die lacune daarmee niet overgenomen door de blogosfeer. En dat laatste is jammer, want het is vaak maar raden wat kunstenaars in hun blogs precies bedoelen met hun (vaak) prijzende dan wel (soms) krakende oneliners.
Maar of dat nu te maken heeft met het feit dat de meeste kunstbloggers zelf kunstenaars zijn, vraag ik me af. Of iemand nu schrijft op papier, voor een krant, in een tijdschrift, in een boek of in een blog, of iemand nu kunstenaar is of niet, hij/zij wil gelezen worden, dat is al een doel op zich en het is een vorm van zelfpromotie. En dat is waar blogs dus ook (bij uitstek) voor gebruikt worden. Of dat nu altijd zo tot een positivo-sfeer leidt, is maar de vraag. Hierboven werd al genoemd, dat dát wat niet goed wordt gevonden, ook gewoon niet besproken wordt door de blogger. Dat wordt wel degelijk opgemerkt. Ik herken het ook persoonlijk. Zo bleek mij onlangs dat een aantal mensen die hadden deelgenomen aan groepstentoonstellingen die door mij besproken waren, meenden dat ik hun werk niet goed vond, juist omdat ik hun werk niet genoemd had. Terwijl ik heel veel van wat ik zie, niet bespreek op mijn blog. De reden daarvoor is meestal tijdgebrek – liever geen artikel dan een wanartikel – maar de reden kan ook zijn dat ik er inderdaad niets aan vond. Dat ik dat niet zeg in mijn blog, is misschien onterecht, want met wát ik schrijf, hoef ik niemand te sparen; ik heb daar weinig belang bij. Maar ook dán heb ik er weinig zin in om zaken te bespreken die ik niet goed vind. Ik zeg nu eenmaal liever waarom dingen mijns inziens interessant zijn dan waarom ze niet interessant zijn.
En het is die vrijblijvendheid die de blogosfeer wellicht een al te positief sausje geeft. Dat valt de bloggers zelf moeilijk kwalijk te nemen. Overigens valt er wel degelijk hier en daar een kritisch geluid waar te nemen. Blogs die trachten half dan wel heel artistiek Nederland te volgen, ontkomen er nu eenmaal niet aan kritisch te zijn. Maar er moet ruimhartig toegegeven worden dat de kritische houding van kunstbloggers niet altijd even verrassend is, noch dat er een heldere visie aan ten grondslag lijkt te liggen (waarbij een heldere visie niet verward moet worden met een strak denkpatroon). Ik zie de blogosfeer vooralsnog dan ook niet het verlies van analyse en gefundeerde kunstkritiek opheffen. Bloggers en hun medium (en die zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden) hebben blijkbaar andere uitgangspunten en bovendien is de blogosfeer heel erg vluchtig. Dat biedt dus vooralsnog geen oplossing voor de tanende analytische kunstkritiek, die toch zo broodnodig is. De oproep die Hans doet in zijn laatste alinea onderschrijf ik dan ook van harte.
Ik ben eigenlijk heel gelukkig met deze discussie. Vraag aan alle betrokkenen is of het bij een stukje blijft, of dat er eens nagedacht moet worden over een nieuw online podium? Een forum bijvoorbeeld waar een aantal vaste moderators (critici, galeriehouders, kunstenaars, curatoren en wellicht ook geïnteresseerden buiten de kunsten – een filosoof bijvoorbeeld) in discussie kunnen gaan met elkaar en de bezoekers van de site.
Lijkt me interessant. Ik zou zo’n platform met grote interesse volgen.
@Niels, Als jij mensen bereid weet te vinden om dat te doen lijkt me dat zeer interessant. (Heck, ik vraag niet voor niets al die mensen voor een gastbijdrage hier.) Ik zou het zo doen in elk geval, alleen het is veel werk en ik ken niet veel mensen die dat structureel kunnen. Maar mocht je een galeriehouder/criticus/kunstenaar/curator etc weten, ik houd me warm aanbevolen!
Wel vreemd om als argument te gebruiken dat iemand geen goed werk maakt, omdat het niet een museale tentoonstelling is opgenomen geweest.
Het gaat er volgens mij niet om of er te veel positief of negatief over exposities wordt geschreven, als het maar goed onderbouwd wordt. Dan wil ik het graag lezen. Er moet een taal ontstaan, die over kunst gaat, verder dan alleen maar persoonlijke smaak of in ieder geval een oprecht zoeken naar zo’ n taal.
Want ook Hans den Hartog Jager heeft z’n persoonlijke voorkeuren, blinde vlekken, zoals iedereen.
“Als al die lof echt is en breed wordt gedragen, zouden al die kunstenaars toch op z’n minst een aantal serieuze museale solo’s moeten hebben gehad, ook in het buitenland? ” komop Hans
De kritische consument!
En dan hoop je dat er een interessante discussie gaat ontstaan over kritische kunstzaken. Zeker als kunstgoeroe Hans den Hartog Jager iets zinnigs te melden heeft, want dat heeft ie zeker. En meteen denk ik, jaja, lekker makkelijk om op een blog van iemand anders iedereen op te roepen om kritischer te zijn, is dat niet een beetje veilig wauwelen? Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik, behalve de TV optredens van Hans, ik zelden iets van hem lees. Waarom? Geen idee, misschien is het wel desinteresse, of misschien wil ik wel helemaal niets over kunst lezen en het vooral zelf ervaren. Daarom vind ik Lost-Painters juist zo leuk, omdat ik vrij droog geïnformeerd wordt over wat er zo allemaal te doen is in kunstenland. Ik kan dan zelf besluiten of ik er naar toe wil en als ik dat niet doe, dan heb ik in elk geval kennis kunnen nemen aan datgene wat er zoal te zien is. Voor mij erg handig en ik blijf op de hoogte.
Zit ik te wachten op kunstcritici? Het antwoord is dat ik dat zeker wel doe. Maar waarom? Ikzelf ben kunst-consument; ik hou van kunst en cultuur, denk er in de loop der jaren ook wel een klein beetje meer vanaf te weten ( en ook dat is nog maar het topje van de ijsberg) en ik heb meestal wel een mening over datgene wat ik zie en beleef. Soms zie ik namelijk enorme bagger, word ik opstandig van de troep die me nu weer zonder enige gêne wordt voorgeschoteld. En soms word ik geraakt door een kunstwerk of voorstelling. Heel erg kort door de bocht: kunst gaat over emotie. Ik vind het heerlijk om met vrienden naar een tentoonstelling te gaan en dan ter plekke te praten over datgene wat we zien. Is het mooi? Is het mooi geschilderd? Wordt deze kunstenaar niet een beetje teveel overgewaardeerd? Ik beleef ter plekke en vind het ook heel prettig als anderen met mij mee beleven, of ze het nu met mij eens zijn of niet.
Kunst is net als een boek, je vindt het leuk of niet; soms vreet je je helemaal door een boek heen en soms is het een worsteling en leg je het boek terzijde. Ik ben de consument, de aanschouwer en uiteindelijk ook de financier van de kunst, dus ik bepaal wat ik er mee doe. Maar ik zie weinig kunst-consumenten die dat ook doen. Misschien moeten juist die mensen geprikkeld worden om hun (ongezouten) mening te geven. Bij elke tentoonstelling een graadmeter ophangen en die regelmatig publiceren. En de kunstconsument uitnodigen om eens een gastschrijverschap te aanvaarden op een blog. Even uit de in-crowd wereld stappen die de kunst toch wel heel erg is, of lijkt te zijn. Of is dat te eng?
Ik hou wel van wat controverse, dus bij deze roep ik alle Hansen van de wereld op mij mee te nemen op hun kritische reis door kunstenland.
Even een reactie op een punt dat nu een paar keer opduikt: de subjectiviteit van de criticus. Om eerst even op de vraag van Bianca (op FB) te reageren: zelf schrijf ik voornamelijk over tentoonstellingen en kunstenaars waar ik van tevoren benieuwd naar ben, nieuwsgierig, verwachtingsvol. Mocht het dan tegenvallen, dan zal ik dat opschrijven, maar dat gebeurt niet overdreven vaak. Als ik een kunstenaar van te voren al niks vind, ga ik zelden kijken met het oogpunt te gaan schrijven, gelukkig zijn er bijna altijd wel collega’s (bij de NRC) die dat anders zien.
Verder: het idee dat er sowieso iets zou bestaan als ‘objectieve kritiek’ lijkt me kolder. Zelf word ik zo ongeveer bij elkaar gehouden door mijn fascinaties, obsessies en blinde vlekken (dit is ironie, voor alle zekerheid), en ik heb niet de illusie dat ik die allemaal kan beheersen. Dat hoeft ook niet. Dat is namelijk het leuke aan het schrijven over kunst: door zo goed mogelijk te denken en te schrijven kun je een mening (misschien zelfs wel een ‘visie’) verkondigen waartoe anderen zich kunnen verhouden: ze kunnen ermee instemmen, boos worden, sarcastisch, wat dan ook – zie bovenstaande reacties. Wat er ook wordt gezegd, het gevolg is hopelijk wel dat de desbetreffende kunstwerken zich net even wat steviger in het hoofd van de lezer vastzetten, verder leven. Dat lijkt me al heel wat.
@Hans en Jacko, Op de agenda van de blogger doorgaand. Zelfpromotie als doel van een blog is hopeloos inefficient. Het zal zeker helpen maar weegt niet op tegen de uren die je er in steekt. Dan had ik beter iets anders kunnen doen.
(hetzelfde geld voor alle andere elementen incl geld verdienen, al kan het wel, ik verdien hier geen euro aan, het kost geld).
Daarbij moet ik nu ook denken aan Eyeball bait; Een strategie van om meer lezers te krijgen door het chargeren van teksten, tot het belachelijke af. Dat lokt discussies uit maar leidt dat tot een zinvolle uitwisseling van informatie? Naar mijn idee veelal niet. Is het poneren van een analyse zonder beoordeling niet het meest neutraal in de uitwisseling? Het geven van sterretjes van een waarde (maar dus niet betekenis) van een tentoonstelling is een zelfde verhaal, het sluit dingen af maar geeft geen ruimte om zelf te denken. Voor mij hoeven mensen niet te reageren (mag wel). Dat het gelezen wordt en dat mensen zelf een positie kunnen bepalen aan de hand van die ‘droge’ tekst is veel interessanter.
Zeer eens met de bottom line, want wat is het nut van een kritiekloze criticus? Het is de plicht van de criticus om eerlijk en kritisch te zijn en elke keer opnieuw naar de beste argumentatie te zoeken. Wat niet betekent dat een criticus a priori negatieve kritiek moet leveren, overigens.
Maar blogs als lost painters vallen daar buiten, vind ik. Daar gaat het juist gewoon om het tonen van kunst. Vanuit het kunstenaarschap inderdaad. Ik zou het heel vervelend vinden als Niek daar altijd recensie-achtige stukjes bij zou gaan schrijven. Bovendien maakt hij meestal een selectie van het getoonde. (Dit zeg ik trouwens zonder dat ik alle reacties op het stuk heb gelezen.)
volgens mij zijn de hierboven genoemde blogs van kunstenaars helemaal niet bedoeld om kritisch te zijn maar om inzichtelijk te maken wat er allemaal gebeurd in kunstenland. Laat de kritiek aub komen van de critici, wellicht een idee dat die zich mengen in de blogs?
@Sjoerd, die zijn er wel hoor, alleen die publiceren niet zo regelmatig en zijn ook niet zo zichtbaar bij het grotere publiek.