Eindexamen Expositie; Piet Zwart Institute Rotterdam 2025

Niet alleen de bacheloropleidingen Fine Art in Den Bosch, Breda en Maastricht moeten allemaal in korte tijd hun vaste locatie opgeven, maar ook de masteropleiding Fine Art van het Piet Zwart Institute moet zijn karakteristieke locatie verlaten. Vanaf komend studiejaar zitten alle masters niet meer bij de Karel Doormanhof maar in bij de kunstacademie het Willem de Kooning-gebouw. Ook hebben bezuinigingen dus hun invloed op het onderwijs, en het is nog maar de vraag hoe dit op de nieuwe locatie zal worden opgelost.

De masters van Piet Zwart bestaan uit zes verschillende richtingen: Education in the Arts, Experimental Publishing, Interior Architecture Research + Design, Design, Lens-Based en Fine Art. Om logistieke redenen beperk ik mij tot Lens-Based en Fine Art: de twee richtingen die het meest verband houden met hedendaagse autonome kunst.

De Fine Art-afdeling van deze masters exposeert dit jaar in TENT. Dat is recent verhuisd van een prachtige ruimte aan de Witte de Withstraat naar een aanzienlijk kleiner pand bij Coolhaven (uiteraard omwille van inhoudelijke redenen). Opmerkelijk genoeg moet hier entreegeld betaald worden (een primeur). De tentoonstelling zelf voelt wat gepropt aan; eigenlijk is de ruimte voor deze presentaties te beperkt. Veel van het werk bestaat uit installaties met kleinere deelobjecten wat dat gevoel niet minder maakt, presentaties lopen in elkaar over. De plattegrond komt daardoor niet altijd overeen met de werkelijkheid, en het gebrek aan verdere informatie helpt niet om het werk toegankelijk te maken. Als bezoeker moet je dus maar afgaan op eventuele voorkennis of formele kwaliteiten. Die zijn er, maar Piet Zwart laat hier onnodig steken vallen. Ondanks dat alles zijn er toch best wat werken en installaties die opvallen.

Bij de Lens-Based-afdeling is het gelukkig stukken beter geregeld. Die toonden drie dagen lang hun werk bij V2 + Ubik/WORM, keurig gepresenteerd met een plattegrond en bij ieder videowerk een korte toelichting. Dat is helder en soms zelfs overbodig, omdat videowerken op zichzelf al veel informatie geven. Het zijn over het algemeen stuk voor stuk inhoudelijk interessante producties, waarvan een aantal duidelijk persoonlijk zijn. Kunstenaars die een plek moeten vinden voor hun eigen verleden. Giorgos Achilleos viel daarbij op. Hij brengt zijn eigen positie in verband met de oorlog in Cyprus, die met archiefmateriaal inzichtelijk wordt gemaakt. Daarnaast zijn er anekdotes van anderen en laat hij zien hoe hij er vervolgens zelf een productieve draai aan weet te geven. Dat maakt het boeiender dan enkel het sentiment van het persoonlijke, of maakt het in elk geval toegankelijker om empathie te hebben daarvoor.

Ook de installatie van Tessa Langeveld verdient enige toelichting. In haar werk worden op drie schermen dystopische renders getoond van een trappenhal waar een doek naar beneden valt, begeleid door een piano-nocturne als soundtrack. In al zijn eenvoud een vervreemdend maar intens werk.

Het interactieve werk met een hardloper van Tom Parolin, de onderwaterervaring van Annemiek Höcker, de bunkergeschiedenis van Bojan Salaj en de zingende zombies van Riccardo Santalucia waren het bekijken waard. Helaas laten videowerken zich veelal niet goed vertalen naar een fotoverslag, dus wie interesse heeft, verwijs ik door naar de makers zelf. Overigens, hier was een bezoek gelukkig zonder entreegelden.

Hier volgt een beeldverslag van wat er zoal, om uiteenlopende redenen, opviel. Zoals altijd kun je op de foto’s klikken voor een grotere weergave.

Sommige presentaties van Piet Zwart Institute zijn nog te zien, anderen zijn reeds voorbij.