KAdE; Jacob Lawrence

Als mij de afgelopen maanden gevraagd werd wat een goede tentoonstelling is om te bezoeken, kwam daar steevast dit grote overzicht van Jacob Lawrence (1917–2000) bij Kunsthal KAdE als antwoord. […]

Als mij de afgelopen maanden gevraagd werd wat een goede tentoonstelling is om te bezoeken, kwam daar steevast dit grote overzicht van Jacob Lawrence (1917–2000) bij Kunsthal KAdE als antwoord. Het wordt soms wat gemakzuchtig rondgestrooid, maar dit is daadwerkelijk een once in a lifetime-tentoonstelling. Want zelfs in de VS zul je het werk van Lawrence zelden zo compleet voorbij zien komen. Voor wie er nog niet geweest is, zijn deze vakantiedagen de uitgelezen én laatste kans om al dit werk te zien. (En anders heb je onderstaand fotoverslag om alsnog een idee te krijgen.)

De tentoonstelling telt maar liefst circa 170 werken uit alle delen van het oeuvre van Lawrence, inclusief meerdere panelen uit de Migration Series. Er is gekozen voor een min of meer chronologische opzet, met hier en daar uitgelichte thema’s die steeds opnieuw terugkeren in het oeuvre van Lawrence. Aan de muur hangen originele werken, op de vloer vinden we schuin geplaatste presentaties die de historische context van het werk schetsen. Soms is dat in de vorm van foto’s, soms quotes, soms in de vorm van publicaties waar Lawrence aan mee werkte of andere vormen van archiefmateriaal. Zo wordt er op subtiele wijze veel informatie getoond, zonder dat het leidt tot een overdaad aan ruis bij het werk.

Lawrence was één van de eerste Afro-Amerikaanse kunstenaars die in de VS brede erkenning kreeg, en eigenlijk om redenen die zijn werk ook nu nog steeds relevant maken. Hoewel het verleidelijk is om zijn werk vooral vanuit de thematiek van de Afro-Amerikaanse geschiedenis en emancipatie te waarderen, zijn er meer kunstenaars die dat hebben gedaan. Nee, wat Lawrence anders maakt is de toegankelijke en narratieve vorm. Hij gaf complexe geschiedkundige gebeurtenissen weer op zo’n manier dat ze leesbaar werden, zonder sentimenteel of didactisch te worden. Dat staat in contrast met veel sociaal-realistische kunst die min of meer hetzelfde beoogde, maar daarvoor een expliciet activistische beeldtaal gebruikte. Lawrence neemt een zekere afstand en behoudt het menselijke perspectief: geen grote idealen, maar wat het betekent voor de gewone mens.

Wat het werk van Lawrence daarnaast zo boeiend maakt, is zijn gevoel voor ritme, kleur en compositie. Historisch sluit hij aan bij de ontwikkelingen van vóór de Tweede Wereldoorlog, waarin kubisme en abstractie de moderne tijd vertegenwoordigden. Ook in 2025 blijven vooral zijn gevoel voor ritme, kleur en compositie overtuigend aanwezig. De middentonen zijn vaak grijs en bruin, waartegen hij fel geel, rood en blauw plaatst. Dat kan resulteren in vloekende en oververzadigde kleuren, maar bij Lawrence blijft het esthetisch en weloverwogen. Het is een zeldzame balans tussen toegankelijkheid en kleurenrijkdom. En dat doet hij over vrijwel zijn hele oeuvre consequent.

Hij is sociaal betrokken, maar zelden uitgesproken activistisch; kleurrijk maar ingetogen; toegankelijk maar gelaagd. Een modernistisch kunstenaar pur sang, en tegelijk iemand die ook buiten de klassieke modernistische canon relevant is. Deze tentoonstelling is daarmee voor velen een uitstekende introductie, maar evenzeer voor de echte liefhebbers een absolute must-see.