Grote Kerk Breda; Guido Geelen – Trans-form

Het tentoonstellen op een beladen plek is nooit eenvoudig; het doet iets met de context, en dus vervolgens met de betekenis op het werk. Een kunstwerk op witte wanden in […]

Het tentoonstellen op een beladen plek is nooit eenvoudig; het doet iets met de context, en dus vervolgens met de betekenis op het werk. Een kunstwerk op witte wanden in een museum is iets heel anders dan hetzelfde werk in de buurtsupermarkt tussen de kratjes bier. Waar subtiele gebaren in een museum betekenis krijgen, zullen die in de Albert Heijn verworden tot visuele ruis. De vermeende neutraliteit van een museum is tegelijk een stolp: het beschermt en isoleert. Iedere plek genereert zo context en condities waardoor, waarmee of zelfs ondanks een kunstwerk betekenis heeft. Het tonen op een beladen plek is daarmee zowel lastig als een boeiende uitdaging. En dan natuurlijk de vraag of het werkt.

Kerken zijn goede voorbeelden van lastige plekken. Ze zijn namelijk nogal groot en imposant. Je moet wel van goede huize komen om het werk tegen dat visuele geweld van een kerk te laten opboksen. De Grote Kerk van Breda is extra lastig, omdat het duidelijk door de tijd getekend is. Op sommige wanden zijn originele schilderingen te zien die al eeuwen oud zijn, op andere plekken zie je silhouetten van verdwenen kapellen, daarnaast door de Reformatie beschadigde sculpturen, prachtige praalgraven en natuurlijk de graven in de vloer, waar je soms over struikelt. Wie hier exposeert, moet rekening houden met al die visuele informatie en voorgeschiedenis van het gebouw. Als kunstenaar moet je dus óf de strijd met het gebouw aangaan, óf juist meegaan met de restruimtes die overblijven.

Guido Geelen (1961) toont nu werk in de Grote Kerk van Breda en kiest duidelijk voor de restruimtes. Zijn werken zijn te zien in de kooromgang, de zijbeuk en voornamelijk de zijkapellen. De grote ruimtes van het middenschip, de viering en het koor hebben geen werk van Geelen gekregen. De kerk is dus ook zichzelf gebleven, en zo plaatst Geelen ruimtelijke kanttekeningen uit verschillende periodes van zijn oeuvre. Helaas zijn ze door de plaatsing in de zijkapellen maar vanuit één perspectief te zien, wat toch jammer is bij ruimtelijk werk.

Inhoudelijk sluit zijn oeuvre goed aan bij de traditionele functie van een kerk: leven en dood duiden en vormgeven. Denk aan bloemen, vazen, klokken, kaarsen, afgehakte koppen en schedels – en dat naast een indrukwekkend praalgraf of epitaaf. In die zin zijn de werken van Geelen hier helemaal thuis. Ze maken van de kerk niet alleen een plek van oude dingen, maar ook een actuele ruimte. De existentiële vragen waarop het christendom in een kerk een antwoord probeerde te geven, krijgen bij Geelen ruimte voor een hedendaagse beleving. Dat wil niet zeggen dat Geelen het sacrale omarmd heeft; de grijzen van de schedels en afgehakte dierenkoppen geven een hoognodig sinister randje aan zijn inbreng.

De combinatie van Geelens werk en de kerk maakt een bezoek meer dan de moeite waard.

Deze tentoonstelling is nog tot en met 31 augustus te zien in de Grote Kerk van Breda.