Caesuur; Het werk, de schilder, het atelier #11 Albert Jonas

Dit is de meest onhandige blogpost die ik de afgelopen jaren heb geschreven. Dat heeft diverse redenen die in de loop van deze tekst duidelijk zal worden. De geschiedenis is […]

Dit is de meest onhandige blogpost die ik de afgelopen jaren heb geschreven. Dat heeft diverse redenen die in de loop van deze tekst duidelijk zal worden.

De geschiedenis is als volgt. Twee jaar geleden opende ik het project De Schilder Het Werk en Het Atelier. Vanuit dat gegeven werd ik ook benaderd het project te sluiten. Om het cirkeltje rond te maken en een ontwikkeling te zien.
Maar omdat ik het druk had stelde ik voor een tentoonstelling samen te stellen in relatie tot het gehele project. Ik stelde voor om op zoek te gaan naar een kunstenaar die het Atelier en als Schilder niet zichtbaar wil zijn. Zoals Stanley Brouwn bijvoorbeeld. Na lang zoeken had ik er 1 gevonden, via via had ik een e-mailadres gekregen. Geen idee van het werk en op google kon ik totaal niets terugvinden. Een gok dus. De kunstenaar stemde in met een tentoonstelling op voorwaarde dat het werk niet gereproduceerd werd. Ik stemde in (vandaar hier dus geen foto’s en ook dat verklaard misschien de verdere onzichtbaarheid) en na een tijdje ontving ik dus via een koerier een stapel werken.

De werken zelf zijn allemaal in 2 formaten, allemaal staand (wat de boven of onderkant is maakte de kunstenaar niet uit). Het zijn schilderijen met hoofdzakelijk olieverf. Geen uitgesproken monochromen maar ook geen duidelijke abstracte gebaren. Eigenlijk totaal nietszeggend werk dus.

In combinatie met het ontbreken van wat voor intenties van de kunstenaar ook kan ik slechts tot de conclusie komen niet verder te kunnen komen dan een zekere esthetische beoordeling. Het ene werk is wat grijs, de andere geel en ik vind grijs eenmaal mooier. Maar een inhoudelijk oordeel vellen lukt bijna niet omdat het werk totaal autonoom is geworden. De toeschouwer wordt totaal op zichzelf geworpen omdat de rest ontbreekt.

Ook met het inrichten van de tentoonstelling werd dat duidelijk want, als je niet weet wat de boven of onderkant is hoe hang je het dan op? Überhaupt? In die zin krijg je als inrichter ineens de verantwoordelijkheid om verantwoord met de werken bezig te zijn zonder ook maar enige notie te hebben van hoe en wat.

Het spreekt voor zich dat de discussie om van wie het werk daadwerkelijk zou kunnen zijn aan de orde was. Maar de meer interessantere gesprekken gingen over dat kijken. Over het ontkennen van het werk, het boos worden om het werk en zo de andere fases van rouwverwerking. We zijn als toeschouwers terwijl we het niet merken al zo geconditioneerd, dat we er moeite mee hebben als we daar mee geconfronteerd worden.

Met deze tentoonstelling werd ik me heel bewust van die conditionering en dat ging niet zonder slag of stoot. Vandaar ook dat ik nu pas, na vandaag nog eens uitvoerige discussies er over te hebben gehad tot deze samenvatting kan komen. Dat wil niet zeggen dat ik het werk nu begrijp, ik weet het nog steeds niet.

Hier dus geen beeldmateriaal, maar wel de boodschap dat ons kijken meer gestuurd is dan we zelf in de gaten hebben. Het zou mooi zijn als we later nog eens iets horen van deze kunstenaar… dan is er ineens wel context.

De tentoonstelling was tot en met vandaag.